LUMC: vaders van tientallen donorkinderen oude zaadbank onvindbaar
De administratie van een oude zaaddonorbank in Leiden blijkt een rommeltje te zijn. Van zeker tachtig kinderen is niet meer na te gaan wie hun donorvader was, doordat de registratie ontbreekt. Ook hadden negen spermadonoren meer biologische kinderen dan de grens van 25. Met het zaad van één van de donoren zijn zelfs ongeveer negentig kinderen verwekt.
Het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC) heeft de problemen ontdekt toen het onlangs het archief van zijn donorbank doorzocht. Dat gebeurde op verzoek van nakomelingen die wilden weten van wie ze afstammen. Het centrum was van 1977 tot 2004 actief. In die tijd zijn 1141 zwangerschappen geregistreerd.
Het LUMC is nu een grote zoektocht begonnen naar de moeders die in die periode cliënt van het centrum waren, en de kinderen die na de behandeling zijn geboren. Het ziekenhuis roept ze op om zich te melden.
Volgens het universitair medisch centrum woonden de meeste vrouwen destijds in gebieden met postcodes van 2000 tot en met 3000, dus in het gebied tussen Haarlem en Rotterdam. Ook is er ‘donormateriaal’ gedeeld met vruchtbaarheidsklinieken in Groningen en Leeuwarden. Daar zijn misschien dus ook kinderen van de donorvaders geboren.
Mensen die zich melden, kunnen dan onder meer vragen hoeveel kinderen dezelfde donorvader hebben. Ook kunnen ze proberen contact te leggen met de spermadonor, hoewel hij dat mag afwijzen. Moeders en de nakomelingen kunnen ook vragen om DNA-onderzoek om vast te stellen wie de donorvader was.
Het ziekenhuis biedt excuses aan voor de chaos in de registratie. „Het LUMC realiseert zich dat ouders, nakomelingen en donoren nu worden geconfronteerd met onrust en onzekerheid. De betrokkenen moeten een moeilijke en emotioneel belastende keuze maken om wel of geen verzoek tot informatie bij het LUMC in te dienen.”
Volgens het LUMC staat deze zaak los van het nieuws dat vorige week naar buiten kwam over een vruchtbaarheidskliniek in Leiderdorp. Een laboratoriummedewerker bleek tussen 1979 en 1985 zijn eigen sperma te hebben gebruikt, waardoor minstens elf donorkinderen zijn geboren. Hij stond niet als donor geregistreerd. Bovendien bleek hij een erfelijk overdraagbare aandoening te hebben, die de kinderen mogelijk ook hebben.