Boswachter Staatsbosbeheer: hoogwater is goed voor de natuur
Het hoogwater waar delen van Nederland momenteel mee te maken hebben, is een verrijking voor de natuur. Dat zegt Twan Teunissen, boswachter van Staatsbosbeheer in het rivierengebied. „Het zou zomaar kunnen dat we volgend jaar planten en insecten tegenkomen die eerder niet in ons land voorkwamen.”
De hoge waterstanden zijn het gevolg van hevige regenval in Nederland en Duitsland. Met het water dat vanuit Duitsland ons land binnenstroomt, worden zand en klei meegenomen, legt Teunissen uit. „Dat zand is een ideale kiemplek voor bepaalde planten en insecten, zoals bijen en kevers, die goed gedijen op kale grond. Ook spoelen er allerlei plantenzaden en larven mee”, zegt hij. „Het hoogwater is voor de biodiversiteit heel gunstig.”
Teunissen benadrukt dat er ook dieren zijn die wel degelijk last hebben van het water. Zo zal een deel van de slakken, muizen en mollen het niet overleven. „De meeste dieren zullen de oever gehaald hebben, maar een deel niet”, zegt Teunissen. „Sommige soorten krijgen dus echt wel een klap, maar over het algemeen weten de dieren zich goed te redden. Deze waterstanden zijn niet zo uitzonderlijk, ze komen gemiddeld eens in de vier jaar voor.”
Reeën, paarden, runderen en hazen weten over het algemeen zwemmend goed de kant te bereiken. Om hen rust te geven, zijn verschillende natuurgebieden momenteel deels afgesloten. Teunissen: „De dieren leven tijdelijk in een kleiner gebied en kunnen door wandelaars en honden schrikken, waardoor ze het water in vluchten en kunnen verdrinken.”