Het gaat volgens het KBPO om een recordaantal van ruim 2400 vertegenwoordigers van fossiele industrieën. Vorig jaar waren er 636 lobbyisten, aldus het klimaatcollectief. „2023 was een jaar als geen ander. Recordtemperaturen, recorduitstoot van broeikasgassen en nu zien we een record van grote vervuilers die aanwezig zijn op de VN-klimaattop”, aldus een verklaring van KBPO.

Volgens de club zijn de landen en gemeenschappen die het kwetsbaarst zijn voor de effecten van klimaatverandering zwaar ondervertegenwoordigd in vergelijking met de fossiele bedrijven. KBPO is kritisch op de landen die vertegenwoordigers van de fossiele industrie hebben meegenomen in hun delegaties. Zo stelt KBPO dat Frankrijk wordt vergezeld door TotalEnergies, Italië door ENI en de EU door BP en Exxonmobil, allemaal fossiele bedrijven. „Olie- en gasbedrijven hebben decennialang gewerkt aan het vertragen van klimaatactie”, zo staat in de verklaring van KBPO. „De jonge generatie over de hele wereld kan niet op hen vertrouwen om hun toekomst te waarborgen.”

KBPO zegt dat het aantal lobbyisten waarschijnlijk nog een voorzichtige schatting is, omdat van een aantal de aanwezigheid niet officieel is vastgesteld. Ook heeft het KBPO zich bij deze cijfers alleen gericht op lobbyisten uit de fossiele industrie. Het collectief wijst onder andere op andere vervuilende industrieën, zoals de financiële sector en de landbouw, die ook ruim vertegenwoordigd zijn op de COP28.