De Veiligheidsraad van de Verenigde Naties heeft een einde gemaakt aan de politieke missie van de VN in Soedan. Dat gebeurt niet omdat de situatie daar opgelost of verbeterd is, maar omdat de Soedanese autoriteiten dat verzoek hebben gedaan.
De rust in Soedan is namelijk nog allerminst teruggekeerd. Al zeven maanden vecht het leger daar tegen de paramilitaire Rapid Support Forces (RSF) en een einde lijkt niet direct in zicht. „Laat me duidelijk zijn”, zegt bijvoorbeeld de Britse gezant bij de VN daarover: „Het Verenigd Koninkrijk zou er niet voor hebben gekozen om de missie te sluiten. De noodzaak om de Soedanese bevolking te steunen is voor de VN en de internationale gemeenschap niet afgenomen.”
De generaal van de strijdkrachten Abdel Fattah al-Burhan was al langer niet blij met de VN-missie, die UNITAMS heet en in 2020 begon. Hij wilde dat Volker Perthes, de leider van de missie, werd ontslagen omdat Perthes hem de geweldsescalatie zou hebben verweten. De Duitser kwam het land niet meer in en trad na een paar maanden af, maar kreeg nog geen vervanger.
Voor UNITAMS werken 245 mensen, die drie maanden de tijd hebben om de missie af te breken en het land te verlaten. Het doel van de missie was om voor een democratische transitie te zorgen na de val van dictator Omar al-Bashir. In 2021 greep generaal al-Burhan de macht en hij had voordat de burgeroorlog uitbrak nog geen deal gesloten met de VN om democratische verkiezingen uit te schrijven. Hij noemde de missie „teleurstellend”.
In het conflict zijn volgens schattingen meer dan 10.000 mensen omgekomen. Zes miljoen mensen zijn op de vlucht geslagen.
