Meditatie: In het begin
Johannes 1:1
„In den beginne was het Woord, en het Woord was bij God, en het Woord was God.”
In het begin van dit Evangelie leert en grondvest de apostel Johannes al met macht en gezag het hoge artikel van ons heilige christelijke geloof. Dit is wat we geloven en belijden: dat er één ware, almachtige God is. Echter, dat in dit ene Goddelijke Wezen drie onderscheiden Personen zijn: God de Vader, God de Zoon, God de Heilige Geest. De Vader baart de Zoon van eeuwigheid, de Heilige Geest gaat uit van de Vader en de Zoon – zodat er drie onderscheiden Goddelijke Personen zijn, in gelijke heerlijkheid en majesteit, en het toch één Goddelijk Wezen is. De middelste Persoon, de Zoon, niet de Vader en niet de Heilige Geest, heeft de menselijke natuur aangenomen en is uit Maria, de maagd, geboren toen de tijd der verlossing was gekomen. Deze Zoon van God, uit de Vader van eeuwigheid geboren, noemt Johannes eerst het Woord en zegt: „In het begin was het Woord. En het Woord was bij God, en het Woord was God.” Hierna spreekt hij over Zijn menswording en zegt: „En het Woord werd vlees.” Zoals ook Paulus tot de Galaten spreekt in het vierde hoofdstuk (vers 4 en 5): „Toen de tijd vervuld was, zond God Zijn Zoon, geboren uit een vrouw, geboren onder de wet, opdat Hij degenen die onder de wet waren, zou verlossen, opdat wij de aanneming tot kinderen zouden verkrijgen.”
Maarten Luther, reformator te Wittenberg
(”God is liefde”, 1538)
Maarten Luther werd op 10 november 1483 in het Duitse Eisleben geboren. Als augustijns monnik kreeg hij steeds meer moeite met de aflaathandel en leer van de Rooms-Katholieke Kerk. Op 31 oktober 1517 publiceerde hij in Wittenberg zijn 95 stellingen tegen de aflaathandel. Op 18 februari 1546 overleed hij, in zijn geboorteplaats Eisleben. Luther liet een groot aantal geschriften na.