Ontmoetingsdag Bewaar het Pand: Geen rechtwaardigmaking, geen rechtaardigmaking, maar rechtvaardigmaking
Om de stad Jeruzalem in het nachtgezicht van de profeet Zacharia staat geen muur. Is er dan ook geen veiligheid? „Ik zal een vurige Muur rondom haar wezen, zegt de Heere. Zijn heerlijkheid zal er schitteren in de vergeving van zonden”, aldus ds. A. van Heteren zaterdag op de ontmoetingsdag van Bewaar het Pand.
De stichting binnen de Christelijke Gereformeerde Kerken belegde de ontmoetingsdag in de Eben-Haëzerkerk te Urk. Ongeveer tweehonderd belangstellenden kwamen erop af. Onder het thema ”Profetische gezichten op de puinhopen van de kerk” passeerden verschillende van Zacharia’s nachtgezichten of -visioenen de revue.
„De mirten waartussen de Man in het eerste nachtgezicht van Zacharia wandelt, zijn een beeld van Gods kinderen”, stelde spreker ds. A.J.T. Ruis. „Net als de mirten groeien die in de diepte.” Onder verwijzing naar het dagthema zei de Katwijkse predikant: „Kijkend naar de kerk van vandaag, zijn de puinhopen slechts het topje van de ijsberg.” In het nachtgezicht staat dat de dienaars van de Engel des Heeren, de Man tussen de mirten, het hele land hebben doorwandeld, „en zie, het land is stil.” „Er heerst een geest van matheid en moedeloosheid”, stelde de predikant. „De tijd is niet gekomen dat het huis des Heeren gebouwd worde, zegt het volk.”
De Man tussen de mirten bidt voor Jeruzalem en de steden van Juda. Ds. Ruis: „Hij bidt voor mensen die het oordeel verdiend hebben, maar krijgt als antwoord goede woorden, troostrijke woorden. De Heere is tot Jeruzalem weergekeerd met ontferming. Hij zal Jeruzalem nog verkiezen.”
Vurige muur
Ds. A. van Heteren, predikant te Urk, sprak over het derde nachtgezicht van Zacharia: de Man met het meetsnoer. Volgens de predikant moet de Man de stad Jeruzalem meten, die niet te meten is. „Waar moeten wij gaan beginnen op de puinhopen van onze kerk? Wat moeten wij gaan meten?”, zo vroeg de predikant.
Jeruzalem zal dorpsgewijs bewoond worden, hoort Zacharia dan in het visioen. Er zal geen muur omheen gebouwd worden omdat de stad zo groot is. Geen muur: is er dan ook geen veiligheid? Ds. Van Heteren: „Ik zal een vurige muur rondom haar wezen, zegt de Heere. De heerlijkheid van de Heere zal er gezien worden. Zo bewaart Hij Zijn Kerk. Zijn heerlijkheid schittert in de vergeving van zonden.”
Rode draad
„Als de rechtvaardiging van de goddeloze niet meer gepreekt wordt, is dat de dood van de kerk”, begon prof. dr. A. Baars zijn toespraak in de middagbijeenkomst van de ontmoetingsdag. Rechtvaardigmaking is, zo zei hij, geen ‘rechtwaardigmaking’, geen ‘rechtaardigmaking’; mensen worden als goddelozen rechtvaardig verklaard. Prof. Baars –emeritus hoogleraar praktische theologie aan de Theologische Universiteit Apeldoorn– noemde de rechtvaardiging van de goddeloze de rode draad in het vierde visioen van Zacharia.
Dat gaat over de hogepriester Jozua. Zacharia werpt een blik in de hemelse raadzaal, waar gevraagd wordt naar een heilige hogepriester voor de tempel, stelde prof. Baars. „Echter, Jozua draagt geen koninklijk priestergewaad, maar vuile kleren. Zo kon hij niet voor God verschijnen.” De satan beschuldigt Jozua daarom.
De Heere neemt het voor Jozua op. Zijn vuile kleren worden hem uitgetrokken en hij krijgt nieuwe kleren: volgens de predikant een beeld van de rechtvaardiging van de goddeloze. Jozua wordt als een brandhout uit het vuur gered. „De hoge God vertroost Jozua met de uitverkiezing”, aldus prof. Baars.
Gouden kandelaar
Over het beeld van de gouden kandelaar in Zacharia’s vijfde visioen sprak ds. J.C. Pronk, de laatste spreker op de ontmoetingsdag. Boven die gouden kandelaar ziet Zacharia een oliekruikje en op de kandelaar zeven lampen. Die lampen hadden twee keer zeven pijpen boven zich. Links en rechts van het oliekruikje stonden twee olijfbomen.
Ds. Pronk: „De Engel vroeg Zacharia wat deze dingen betekenen. Hij moest het antwoord schuldig blijven, waarop de Engel antwoordde: „Dit is het woord des Heeren tot Zerubbabel: Niet door kracht, noch door geweld, maar door Mijn Geest zal het geschieden”.” Volgens de predikant uit Ameide worden op veel plekken valse kandelaars opgericht. „De echte, gouden kandelaar moet zijn licht geven. Dat heeft hij niet van zichzelf. De kandelaar brandt alleen door Gods Geest.”