Volgens de mensenrechtenorganisatie vielen verreweg de meeste van de 1172 doden in Oekraïne, namelijk 916. Zowel Rusland als Oekraïne maakt in de oorlog gebruik van clustermunitie. Daarnaast hebben ook de krijgsmacht van Myanmar en de Syrische regering het wapen afgelopen jaar ingezet.

HRW is zeer kritisch op clustermunitie omdat het op zowel de korte als lange termijn voor veel burgerslachtoffers zorgt. Dit soort bommen splitst zich in de lucht zodat een groter gebied getroffen wordt door vele kleinere bommen. De meeste doden vallen door die bombardementen zelf, maar doordat sommige van die kleine bommetjes niet meteen exploderen kunnen ze nog jaren blijven liggen alsof het landmijnen zijn, een groot gevaar voor burgers.

In 2022 stierven zeker 185 personen door de overblijfselen van clusterbommen. 71 procent van hen was minderjarig. Een jaar eerder kwam er helemaal niemand om door directe bombardementen met clustermunitie, maar waren er 149 doden door de overblijfselen daarvan.

Tot nu toe hebben 112 landen, waaronder Nederland, een verdrag getekend om de productie, de verspreiding en het gebruik van clustermunitie te verbieden. Oekraïne en Rusland tekenden beide niet, net zo min als de Verenigde Staten. Washington besloot afgelopen juli om de omstreden wapens te leveren aan Kyiv, tot woede van HRW. „Het grootste obstakel voor landen die werken aan het uitroeien van clustermunitie zijn regeringen die niet bereid zijn om zich bij het verdrag te voegen en die de principes daarvan ondermijnen”, zegt Mary Wareham van de mensenrechtenorganisatie. „Maar over het algemeen boeken landen die clustermunitie hebben verboden gestage vooruitgang bij het vernietigen van hun voorraden en het opruimen van besmette gebieden, ondanks uiteenlopende uitdagingen.”

Het afgelopen jaar vernietigde Bulgarije de laatste clustermunitie die het had en ook in Peru en Slowakije werd veel munitie onklaar gemaakt. Zuid-Soedan was deze maand het laatste land dat zich aansloot bij het verdrag.