De Nederlandse wetenschapper Bart van den Hurk is door het VN-klimaatpanel IPCC benoemd tot medevoorzitter van een van de werkgroepen van het panel. Het is voor het eerst sinds 2007 dat een Nederlander deze functie bekleedt. Van den Hurk, die wetenschappelijk directeur is bij kennisinstituut Deltares, weet dat het een „invloedrijke” baan is en denkt dat ons land hierin veel kan betekenen.
„Nederland is expert op het gebied van waterbeheer natuurlijk”, zegt Van den Hurk. „Hoe we de wereld moeten voorbereiden op de gevolgen van klimaatverandering is een belangrijke vraag die goed bij ons past.” Binnen de nieuwe groep van het IPCC heerst volgens hem een groot verlangen om met de nieuwe rapporten concreet te laten zien hoe landen verschillende klimaatvraagstukken kunnen aanpakken.
Het IPCC is opgericht door de VN om klimaatverandering en de gevolgen hiervan in kaart te brengen. In een cyclus schrijven werkgroepen van het IPCC belangrijke klimaatrapporten. De laatste ronde is recent afgerond. Deze week besprak het klimaatpanel van de Verenigde Naties in Nairobi hoe de nieuwe cyclus eruit moet gaan zien. Naar verwachting duurt die tot 2030.
Het panel levert de laatste jaren steeds dikkere eindrapporten aan. Dat komt volgens Van den Hurk omdat er ook steeds meer wetenschappelijke artikelen geschreven worden over klimaatverandering. „Met deze nieuwe cyclus willen we echt de volgende stap zetten”, zegt Van den Hurk. „Minder uitgebreid, maar juist houvast voor lezers door te laten zien waar het al mogelijk is om te verduurzamen. Klimaatwetenschappers moeten dan wel kiezen welke onderwerpen ze wel bespreken in het rapport en welke niet. Dat is wel eng, daar heb je lef voor nodig.”
Ondertussen realiseert Van den Hurk zich ook dat er een kans is dat niet al zijn ideeën uitgevoerd worden. Als medevoorzitter van de werkgroep is hij een soort dirigent, zegt hij. „Je brengt zelf geen noot uit, maar wij gaan ervoor zorgen dat de noten mooi gesynchroniseerd worden.” Dat is hij gewend, dat doet hij immers ook in zijn werk bij Deltares en hij is bovendien dirigent in een koor.
De informatie uit de IPCC-rapporten is van groot belang voor de onderhandelingen van beleidsmakers, onder meer op de klimaattop. Het IPCC concludeerde onder meer dat het zeer waarschijnlijk is dat de aarde tussen 2030 en 2035 al 1,5 graad warmer is dan voor het industriële tijdperk. Wereldleiders hebben juist afgesproken dat ze de opwarming van de aarde willen beperken tot 1,5 graad, of hooguit 2 graden.
