Ongerichte reclames voor online gokspelen zijn vanaf 1 juli niet meer toegestaan. Wat ging daaraan vooraf?
Staatssecretaris Teeven (Justitie) kondigt een modernisering aan van het kansspelenbeleid. De stap is mede bedoeld om te voorkomen dat de EU sancties gaat uitvaardigen tegen Nederland, dat buitenlandse aanbieders van onlinekansspelen probeert te weren van de Nederlandse markt. Teeven kondigt aan te willen werken met een vergunningenstelsel. Wie voldoet aan de eisen, mag de markt op. Gokbedrijven krijgen in Teevens voorstel een zorgplicht: ze moeten voorkomen dat gokkers in de schulden komen. Ook komt er een toezichthouder die de markt in de gaten houdt, de Kansspelautoriteit.
Mede door de vroegtijdige val van het kabinet-Rutte I duurt het nog tot juli 2014 voor Teeven zijn concrete voorstel naar de Tweede Kamer stuurt. Daaruit blijkt dat het kabinet nog dubt over het reclamebeleid rond de nieuwe gokwet. Reclame maken mag, want legale aanbieders met een vergunning moeten wel in staat worden gesteld belangstellenden te attenderen op hun speelaanbod, is de gedachte. Wel geldt als spelregel: hoe riskanter het kansspel, hoe minder wervend de boodschap mag zijn. Reclames mogen bovendien niet expliciet op jongeren en jongvolwassenen zijn gericht.
De PvdA zit vast aan het coalitieakkoord van Rutte II waarin de modernisering is aangekondigd, maar PvdA-Kamerlid Vos doet wel haar best de scherpe kantjes van de wet te halen. Eén van de wijzigingen die zij afdwingt, gaat erover dat aanbieders van kansspelen voorafgaand aan elke reclame duidelijk zichtbaar moeten waarschuwen voor de risico’s van onmatige deelname. Samen met de SGP doet Vos ook met succes de oproep om het maken van reclame voor live weddenschappen tijdens sportwedstrijden te verbieden. Vos regelt ook dat gokbedrijven niet doelgericht één individuele topsporter mogen strikken als reclamemaker. De ChristenUnie weet gedaan te krijgen dat gokprogramma’s niet mogen worden uitgezonden op open tv-zenders.
Uiteindelijk haalt de wet het dankzij de steun van PvdA, GroenLinks, D66, Van Vliet, Klein, de Groep Kuzu/Öztürk, Houwers, de VVD, de Groep Bontes/VanKlaveren en de PVV.
Met de stemmingen uit 2016 is de gokwet nog niet af. Het kabinet moet de vergunningsvoorwaarden nog uitwerken in lagere regelgeving. Zodoende wordt de wet ook besproken tijdens de kabinetsformatie die uiteindelijk leidt tot het coalitieakkoord van VVD, CDA, D66 en ChristenUnie in 2017. In dat akkoord komt te staan het nieuwe kabinet bijzondere aandacht moet besteden aan het terugdringen van kansspelverslaving.
Na een urenlang debat in de Eerste Kamer lukt het minister Dekker, die Teeven is opgevolgd, de gokwet ook daar over de streep te trekken. Het lukt de bewindsman echter niet de zorgen over de groeiende gokreclames weg te nemen. SGP’er Diederik van Dijk roept Dekker op de voors en tegens van een verbod op gokreclames uit voorzorg alvast in kaart te brengen. De motie wordt aangenomen: Dekker moet aan de slag.
Bij het behandelen van de vergunningsvoorwaarden voor kansspelaanbieders weet de ChristenUnie twee aanscherpingen af te dwingen. Zo mogen reclames voor risicovolle kansspelen pas na 21.00 uur op de buis. Verder moeten gokbedrijven stoppen met het inzetten van jeugdidolen in gokreclames. Concrete aanleiding is de reclame waarin rapper Donnie als koning Toto figureert. De CU vindt dat een omzeiling van de afspraak om reclameuitingen niet te richten op jongvolwassenen. Dekker doet het af als onzin, maar een Kamermeerderheid steunt de CU.
In reactie op de aangenomen motie-Van Dijk zegt Dekker vooralsnog vast te willen houden aan het aangescherpte reclamebeleid. Pas als cijfers uitwijzen dat het gros van de onlinegokkers van het illegale naar het legale circuit is gegaan, kan een verbod volgens hem in beeld komen.
Inmiddels is de gokmarkt opengesteld en komen ook bedrijven die eerder de fout ingingen –door zich al te richten op Nederlandse spelers toen dat nog niet mocht– in aanmerking voor een vergunning. Gevolg: het aantal reclame-uitingen explodeert. Voorafgaand aan het laatste Kamerdebat met Dekker over de gokwet doet het instituut Verslavingskunde Nederland een klemmend appel op de Kamer: vraag om een reclameverbod. Dat gebeurt, een motie van de SP die daartoe oproept, wordt aangenomen, maar Dekker geeft opnieuw niet thuis. Hij laat het besluit aan minister Franc Weerwind, zijn opvolger.