Instroom in WAO kan zeker halverenVan onze redactie politiek DEN HAAG De instroom in de WAO kan met de helft tot wellicht driekwart worden teruggebracht. Om dat te bereiken moet de politiek de aanbevelingen van de commissie-Donner in praktijk brengen. De belangrijkste daarvan is dat in de toekomst alleen zij voor een WAO-uitkering in aanmerking komen die volledig en blijvend arbeidsongeschikt zijn geworden. Dat zei commissievoorzitter J. P. H. Donner vanmiddag bij de presentatie van zijn rapport. Momenteel komen er jaarlijks netto zo'n 35.000 WAO'ers bij. De commissie wil dat aantal drastisch reduceren door alleen die werknemers nog een arbeidsongeschiktheidsuitkering toe te kennen die echt niet meer kunnen werken. De totale WAO-kosten, die dit jaar 28 miljard gulden bedragen, kunnen daardoor op den duur met 37 procent worden teruggebracht. De commissie stelt voor de huidige arbeidsongeschikten, van wie een groot aantal volgens de nieuwe regels geen recht meer zou hebben op een uitkering, met rust te laten. Een duidelijke definitie van wat volledig en duurzaam arbeidsongeschikt precies is, geeft de commissie niet. Volgens Donner en de zijnen moet er een autonoom college van deskundigen komen dat het nieuwe arbeidsongeschiktheidscriterium opstelt en de naleving daarvan bij de keuringen controleert. Werknemers die een arbeidshandicap hebben maar op grond van de nieuwe regels niet meer in aanmerking komen voor een WAO-uitkering, moeten bij hun huidige baas blijven werken. In overleg met hen moeten zij aangepast of ander werk zien te vinden. De werkgever blijft twee jaar lang verantwoordelijk voor zijn zieke werknemer en moet hem in die tijd 70 procent van het loon doorbetalen. Als er dan, ondanks alle inspanningen, nog geen oplossing is gevonden, mag de werknemer ontslagen worden. Deze krijgt dan een WW-uitkering en kan uiteindelijk in de bijstand belanden. Inkomensval De alternatieve functie die de werkgever de werknemer aanbiedt, mag een lagerbetaalde functie zijn, maar het salaris moet in elk geval 70 procent van het oude loon zijn. De inkomensval die een werknemer dan maakt, moet door de werkgever gedurende een aantal jaren verzacht worden. Een werknemer die niet meewerkt aan zijn reïntegratie, kan al eerder dan na twee jaar ontslagen worden. De zogenoemde Pemba-wet wordt, als het aan de commissie-Donner ligt, afgeschaft. Deze uit 1996 stammende wet legt de kosten van arbeidsongeschiktheid bij werkgevers. Zij moeten steeds hogere premies betalen als er in hun bedrijf of bedrijfstak veel uitvallers zijn. Donner wil van die regeling af. In zijn voorstel moeten werkgevers immers al twee jaar lang het loon van zieke werknemers doorbetalen. Via de premieverhogingen zouden ze dan dubbel gestraft worden. Verbetering De kleine groep die in het systeem van de commissie straks nog wel voor een WAO-uitkering in aanmerking komt, zal tot aan het 65e levensjaar een uitkering kunnen krijgen van 70 procent van het laatstverdiende loon. Dat is een aanzienlijke verbetering ten opzichte van de huidige situatie. Momenteel is de uitkering gemiddeld zo'n 60 procent, omdat het bedrag omlaaggaat naarmate de werknemer ouder wordt. De commissie-Donner werd bijna een jaar geleden door het kabinet aangesteld met als opdracht voorstellen te doen voor de modernisering van de WAO. Dat ons land bijna 1 miljoen arbeidsongeschikten telt en dat hun aantal snel oploopt, was voor politiek Den Haag, dat zelf geen uitweg meer zag in het WAO-doolhof, aanleiding de commissie in te stellen. De afgelopen maanden was de hoofdboodschap van het rapport al grotendeels uitgelekt. In de commissie zaten behalve staatsraad Donner (CDA) vertegenwoordigers van de vier andere grote politieke partijen: J. Kamminga (VVD), R. Vreeman (PvdA), A. Rinnooy Kan (D66) en I. Brakman (GroenLinks). Allen staan zij op enige afstand van de Haagse politiek. Voordat kabinet en Kamer met het rapport aan de slag kunnen, zal eerst de Sociaal-Economische Raad (SER) er nog een advies over uitbrengen. |