Gezondheid 23 november 1999

„Aziaten slikken geen sojapillen”

Door W. van Hengel en J. van Klinken
De verwachtingen waren redelijk hoog gespannen. Presentaties op een deze maand gehouden internationaal sojacongres in de VS zouden nieuw licht werpen op de gunstige effecten van soja-eiwitten en soja-isoflavonen op de gezondheid. „Ik ben echter geen baanbrekende onderzoeksresultaten tegengekomen. Eigenlijk leverde het congres meer vragen op dan antwoorden. Ter illustratie: in de meeste onderzoeken verlaagt soja het cholesterolniveau, maar soms stijgt het cholesterolgehalte zelfs. Een verklaring daarvoor hebben we niet.”

Marian Verbruggen, levensmiddelentechnologe bij de firma SoyLife Nederland in Giessen, preekt met deze uitspraken niet voor eigen parochie. Haar werkgever, een dochter van Schouten Products een fabrikant van veevoerhalffabrikaten, doet goede zaken in de sojabusiness. Bepaalde bestanddelen uit soja, die vroeger met het sojameel in het veevoer verdwenen en naar de koeien gingen, worden er nu uitgehaald. Dit meel dient als grondstof voor levensmiddelen en sojapillen. Een groeiende groep Nederlanders, al of niet ziek, gebruikt deze levensmiddelen of slikt de pillen vanwege de veronderstelde positieve effecten op de gezondheid.

Claim
De aandacht voor soja werd in de jaren tachtig gewekt door de uitkomsten van epidemiologische onderzoeken waaruit bleek dat onder Aziatische volkeren die veel soja consumeren, heel wat minder westerse aandoeningen voorkomen zoals darm-, prostaat-, borstkanker, hart- en vaatziekten, overgangsklachten en botontkalking.

Inmiddels is veel onderzoek gedaan. Op grond van de resultaten liet de Amerikaanse Food and Drug Administration (FDA) begin deze maand weten dat sojaproducten een rol kunnen spelen bij het voorkomen van hart- en vaatziekten. De volgende gezondheidsclaim is toegestaan op sojahoudende producten: „Een voeding die 25 gram soja-eiwit per dag bevat en tegelijk arm is aan verzadigd vet en cholesterol, kan het risico op hart- en vaatziekten verlagen.”

Zo'n uitspraak zet zoden aan de dijk, want de FDA, een soort kruising tussen het College ter beoordeling van geneesmiddelen en de Inspectie Gezondheidsbescherming, is een instituut met gezag. De hype rond soja in de VS is met het toestaan van de claim dan ook verder aangewakkerd. „Soja is het gezondheidsvoedsel van het millennium”, juichten fanatieke fans. Termen als „the joy of soy” (de vreugde van soja) kregen welhaast religieuze trekjes, thuishorend in een heuse voedingscultus.

De omzet van sojamelk, een waterextract van soja-bonen, steeg in de VS van 12 miljoen dollar in heel 1996 naar bijna 19 miljoen dollar in alleen de eerste zeven maanden van dit jaar. Alle sojaproducten bij elkaar zijn goed voor een jaaromzet van maar liefst 14 miljard dollar. Fastfoodketens brengen ”Lifeburgers” en ”Gardenburgers” op de markt, zonder vlees, maar met soja, in de hoop dat de sojafans toehappen.

Te vroeg
De nuchtere Nederlandse levensmiddelentechnologe uit Giessen vindt het eigenlijk nog te vroeg voor een gezondheidsclaim. „Dat soja een range van gezondheidsbevorderende ingrediënten bevat, staat voor mij vast als een paal boven water. Wetenschappers hebben gekeken naar wat soja-eiwitten doen, met en zonder isoflavonen, de groep bio-actieve stoffen in soja waaraan met name positieve gezondheidseffecten worden toegeschreven. Er zijn duidelijke effecten gevonden, maar soms ook niet. Er is dus nog redelijk wat onzekerheid wat de betekenis is van de individuele stoffen uit soja. Steeds meer wint de gedachte veld, dat we niet zozeer naar de geconcentreerde en geïsoleerde sojabestanddelen moeten kijken, maar naar het product als geheel. Soja bevat vele stoffen die een gezondheidseffect kunnen hebben. Het zou wel eens kunnen dat die stoffen elkaar onderling positief beïnvloeden.”

Als voorbeeld noemt Verbruggen het 40 procents isoflavonenconcentraat van Archer Daniels Midland Company, een van de grootste sojaverwerkers. „Uit een onderzoek dat in Washington gepubliceerd werd, is gebleken dat die lang niet altijd cholesterolverlagend werken. Terwijl iedereen eerst dacht: Dit is het. In hun product zitten alleen isoflavonen en geen eiwitten. Maar ook producten van andere sojaverwerkers, waar de eiwitten nog wel inzitten, vertonen niet altijd positieve effecten. Hetzelfde geldt voor de invloed van isoflavonen op botontkalking. Soms zie je positieve effecten, soms niet. Veel is dus nog onduidelijk.”

Ratten
Er zijn vele studies verricht met ratten. Zij kregen soja-eiwitten met isoflavonen, toegevoegd in verschillende hoeveelheden, de producten van Protein Technologies International, een andere grote sojaverwerker. „Met hun producten wordt in de meeste onderzoeken gewerkt, onder meer ook bij het Julius Instituut in Utrecht. Als ratten enige tijd met hun soja waren gevoerd, had onderzoek plaats naar de concentraties van isoflavonen in de urine, om te meten of ze in het lichaam werden opgenomen. Ook werd bloedonderzoek gedaan, onder meer op cholesterol en andere bloedvetten. In de ene rattenstudie veranderde het cholesterolgehalte niet, terwijl in een ander vergelijkbaar onderzoek wel een daling optrad en in weer een ander onderzoek zelfs een lichte stijging plaatshad. Dat is onverklaarbaar.”

Toch is de FDA geen organisatie die over één nacht ijs gaat. Verbruggen: „De trend is gezet met een metanalyse uit 1996, waarin de uitkomsten van 38 onderzoeken met soja bij mensen zijn verwerkt. Daaruit bleek dat soja-eiwitten met isoflavonen in de meeste studies het cholesterolniveau verlagen.”

Aziaten
Aziaten krijgen dagelijks zo'n 30 tot 50 milligram isoflavonen binnen uit sojaproducten. In de westerse studies wordt vaak gewerkt met twee tot drie keer grotere hoeveelheden. Verbruggen: „Dat verschil is naar mijn gevoel niet onbelangrijk. Misschien zijn de hoeveelheden te groot. Misschien moet er meer worden gewerkt met producten waar alle stoffen uit soja nog inzitten. Het slikken van sojapillen met isoflavonen is toch iets anders dan het volgen van het Aziatische voedingspatroon en de Aziatische leefwijze. Van Aziaten die naar Amerika emigreerden is bekend dat hun ziektepatroon op dat van de Amerikanen ging lijken als ze hun voedings- en leefwijze overnamen. Dat gebeurde niet bij Aziaten die sojarijke producten bleven eten. Maar dat waren vaak ook de wat minder welgestelde Aziaten die wellicht geen vlees konden betalen en misschien ook wel meer lichamelijk actief waren. Dus waar ligt het nu aan? Wat overigens niet wegneemt dat soja-eiwitten en isoflavonen wel een positief gezondheidseffect lijken te hebben, maar er zijn wellicht nog meer factoren van belang. Daarmee wil ik tevens zeggen dat soja-voedingssupplementen zeker bij kunnen dragen aan een goede gezondheid, maar nooit het enige middel zullen zijn.”

Verbruggen verwacht dat de komende jaren meer duidelijkheid zullen brengen over de gezondheidseffecten van soja. Wereldwijd lopen er tientallen onderzoeken. „De resultaten daarvan moeten we afwachten en wat mij betreft is er wel reden voor optimisme. De tijd van harde uitspraken is echter nog niet aangebroken.”

Eerdere artikelen over soja en isoflavonen:
Veel verwachting van isoflavonen

Met isoflavonen door de overgang