Hoe mooi kan één regendruppel zijn
Drie jaar en zes maanden regende het niet in Kanaän – op het gebed van Elia. Zó lang heeft de droogte in ons land niet geduurd. Maar zo af en toe bekroop je de gedachte toch wel: zóú het nog een keer gaan regenen?
„Want Ik zal de hovaardigheid uwer kracht verbreken, en zal uw hemel als ijzer maken en uw aarde als koper”, zei de Heere ooit tegen het volk Israël. Nederland is Israël niet, maar Nederland is vast niet minder hovaardig dan het Israël van toen. Zou er een verband zijn tussen ónze hovaardigheid, ónze zonden, en de ijzeren hemel van de afgelopen tijd? Rivieren en sloten droogden uit, gras en gewas verschroeiden, de ene bosbrand was nog niet geblust of de volgende bos-, heide-, of bermbrand diende zich aan. De prachtige Peel verloor veertig hectare. Verwoest.
En dan hebben we het alleen nog maar over Nederland. Ons waterland. Maar niet bij machte ook maar één spatje regen te laten vallen.
Zou er, her en der, gebeden zijn, de afgelopen weken? Na drieënhalf jaar bad Elia „wederom, en de hemel gaf regen, en de aarde bracht vrucht voort.” Woensdag regende –en onweerde– het. En donderdag, overvloedig. En vrijdag opnieuw.
Regen! Wat een zegen. „Il pleut”, zeggen de Fransen. Híj regent.