Verwondering

Filippenzen 1:6

Wilhelmus à Brakel
1 July 2022 08:40
beeld RD
beeld RD

„Vertrouwende ditzelve, dat Hij Die in u een goed werk begonnen heeft, dat voleindigen zal tot op den dag van Jezus Christus.”
Dit is de gewone weg, die God doorgaans houdt in de bekering van de meesten. Als ik van de bekering zeg „allengskens” (langzamerhand), dan bedoel ik de hele bekeringsweg in zijn geheel, vanaf de eerste overtuiging tot de bewustheid dat men Christus aanneemt. Verder is het een zekere zaak dat de bekering in één ogenblik geschiedt. In één moment wordt de ziel van dood levend gemaakt. Tussen dood zijn en levend zijn is geen tijd.

Omdat deze wijze van bekering de gewoonste is, zo zullen wij die in haar begin, voortgang en einde wat breder openleggen, opdat iedereen zich daarin kan spiegelen. Maar dit zeggen wij vooraf: dat niemand bekommerd moet zijn over de wijze van bekering omdat hij niet is overgebracht op deze of gene wijze die men zichzelf voorschrijft, of op welke andere wijze bekeerd te zijn. Als de bekering er is, dan is het wél. Ziet dan tot uw ontsteltenis niet terug op de wijze, al was de wijze van bekering in u zodanig dat u nooit iets dergelijks gelezen of gehoord had. Want de wegen Gods zijn wonderbaar. De een ondervindt wel iets waarvan de ander niet weet, ook in de gewone weg tot bekering. Men moet dikwijls terugzien op al de wegen waarlangs God ons geleid heeft. Dat geeft ons stof van verwondering, van verheerlijking van God, en van geloofsbevestiging.

Wilhelmus à Brakel,
predikant te Rotterdam

(”Redelijke Godsdienst”, 1893)

Meer over
Meditatie

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer