FNLI: hoge energieprijs raakt nog niet aan productie van eten
De hoge energieprijzen waar ook producenten van levensmiddelen mee te maken hebben, raken nog niet aan de productie van eten. Bij de Federatie Nederlandse Levensmiddelen Industrie (FNLI) zijn zover bekend geen signalen binnengekomen dat bedrijven hun productie naar beneden toe moeten bijstellen. Wel dringt de organisatie erop aan dat Nederland met spoed de mogelijkheden gaat onderzoeken om met compensatie voor de gestegen energienota te komen.
De Belgische krant L’Echo meldde eerder dat bij de zuiderburen een op de drie voedingsbedrijven de productie wil verlagen, omdat ze de stijgende grondstofprijzen niet kunnen doorberekenen aan klanten. Bijna 30 procent van de ruim zeshonderd leden van Fevia, de beroepsvereniging van de voedingsindustrie in België, heeft of de productie verminderd of bereidt zich voor op het stilleggen van bepaalde lijnen, omdat de winstgevendheid in het gedrang komt. Vooral leveranciers aan supermarkten zouden in de problemen komen.
„Bij ons is op dit moment niet bekend dat voedingsmiddelenproducenten in Nederland plannen hebben om productielijnen stil te leggen”, laat de FNLI weten. De organisatie erkent dat fabrikanten wel te maken hebben met forse stijgingen van de kosten. Zo is de gasprijs sinds de invasie in Oekraïne door Rusland met 90 procent gestegen. Ook grondstoffen als tarwe en zonnebloemolie zijn in rap tempo veel duurder geworden of zijn niet of nauwelijks te krijgen.
Verder hebben producenten te maken met oplopende transport- en verpakkingskosten. „Deze stapeling in kosten is ongekend en fabrikanten maken zich hier dan ook grote zorgen over”, zo klinkt het. Volgens de FNLI is het onvermijdelijk dat de consument met prijsstijgingen te maken zal krijgen. „Geen enkele individuele partij kan deze uitzonderlijke kostprijsverhogingen immers volledig absorberen.”