Militaire parades, tests van (kruis)raketten en hermetisch gesloten landsgrenzen. Noord-Korea is meer met zichzelf bezig dan ooit. De coronacrisis heeft het land verder in het isolement gedreven.
Noord-Korea was al nooit een toonbeeld van openheid, maar door de coronapandemie is het vrijwel geheel afgesloten voor personenverkeer. Toeristen mogen het land niet in, maar de maatregelen betekenen ook dat vertrekkende buitenlandse diplomaten vooralsnog niet worden vervangen. Zelfs Noord-Koreaans ambassadepersoneel kan niet terugkeren naar huis. Begin dit jaar verliet de laatste buitenlandse ngo-medewerker Noord-Korea. Hierdoor is er nog minder dan normaal zicht op wat er in het land gaande is.
In relaties met andere landen, zoals Zuid-Korea en de Verenigde Staten, is het eveneens stilstand troef. Eerder dit jaar formuleerde de regering van president Joe Biden een nieuw Noord-Koreabeleid, wat echter nog weinig indruk lijkt te hebben gemaakt in Pyongyang. Daar wordt Biden nog vooral gekoppeld aan Barack Obama (2009-2017), die een beleid van ”strategisch geduld” uitstippeldetegenover Noord-Korea. Washington weigerde met Noord-Korea te overleggen zolang er geen stappen werden genomen in de richting van nucleaire ontmanteling. Zolang de ontwikkeling van kernwapens en raketten doorging, zou alleen in de vorm van sancties met Pyongyang worden gecommuniceerd.
Dat klinkt principieel, maar leidde er in de praktijk toe dat er acht jaar geen gericht en actief beleid richting Noord-Korea werd gevoerd. Daardoor wist het land ironisch genoeg de geavanceerde wapens te verwerven –een waterstofbom en een intercontinentale raket die de hele VS en Europa kunnen raken– die door de Amerikaanse krijgsmacht juist werden gezien als een ”rode lijn.”
Dat het inmiddels te laat was om nog in termen van preventie te spreken, werd pas goed duidelijk onder president Donald Trump, die de „little rocket man” (Kim Jong-un) dreigde met „fire and fury.” Daarna volgde een kortstondige vriendschap tussen Trump en Kim, maar die leverde qua concreet beleid niets op.
Biden stelt nu een pragmatisch beleid voor, waarin de VS druk uit blijven oefenen op Noord-Korea om massavernietigingswapens op te geven. Tegelijkertijd staat Biden ook open voor overleg „waar en wanneer dan ook” en sluit hij zelfs interim-akkoorden tussen beide landen niet uit. Uit Pyongyang blijft het op wat dreigend gescheld na echter oorverdovend stil.
Opbouw Zuid-Korea
Tussen Zuid- en Noord-Korea leek in juli enige ontspanning te ontstaan. Een militaire hotline die al dertien maanden stil lag werd na een briefwisseling tussen Kim Jong-un en de Zuid-Koreaanse president Moon Jae-in weer in gebruik genomen. Deze dooi was echter van korte duur: nadat Zuid-Korea gezamenlijke militaire oefeningen met de VS aankondigde, werd de telefoon weer naast de haak gelegd. Kim Yo-jong, de zus van Kim Jong-un, dreigde vorige week nog met „het volledig verbreken” van de onderlinge betrekkingen.
Dat laatste heeft ook te maken met het feit dat Zuid-Korea onder de in 2017 aangetreden president Moon militair niet heeft stilgezeten. Moon werd internationaal vooral bekend vanwege zijn toenadering tot Kim Jong-un, wat fraaie beelden opleverde, maar weinig concrete vooruitgang.
Minder bekend is dat hij in diezelfde periode, met name dit jaar, bezig is geweest de Zuid-Koreaanse defensiecapaciteiten een forse update te geven. Zuid-Korea werkt aan betere en verder reikende projectielen. Ook wordt gebouwd aan een modern raketafweersysteem, dat gemodelleerd is naar het zeer effectieve Israëlische ”Iron Dome”. Eerder deze maand testte Zuid-Korea met succes een SLBM, een raket die vanaf een onderzeeër kan worden afgevuurd. Slechts zeven andere landen, alle kernmogendheden, beschikken over deze zeer geavanceerde technologie.
Morele oppepper
Met China zijn de betrekkingen ouderwets goed, al blijft door corona het onderlinge verkeer beperkt tot de uitwisseling van beleefdheden. Eerder deze maand feliciteerde Xi Jinping Kim Jong-un nog met de 73e verjaardag van de Noord-Koreaanse staat en zei de vriendschap tussen beide landen te waarderen.
Hoewel Pyongyang er altijd meer internationale betrekkingen en activiteiten op nahoudt dan veel mensen vermoeden, is het niet overdreven om nu van een isolement te spreken. Vanwege het beroerde zorgstelsel ziet Pyongyang zich genoodzaakt het land zo extreem af te grendelen dat het zichzelf eigenlijk nog hardere sancties oplegt dan de Verenigde Naties.
De militaire parades moeten dan ook niet enkel worden gezien als een boodschap aan externe vijanden, maar vooral als morele oppepper voor de eigen bevolking. Gezien de bijna paranoïde angst voor het coronavirus wordt verwacht dat Noord-Korea, het eerste land dat na China zijn grenzen sloot, als laatste weer open zal gaan.