Gedetineerden minder gezond dan niet-gedetineerden
Het mentale en fysieke welzijn van gedetineerden is gemiddeld „beduidend” minder dan dat van niet-gedetineerden. Hun toestand was vaak ook al zo voordat ze in de gevangenis belandden. In de bajes knappen ze ook niet op, terwijl er daar misschien juist mogelijkheden voor zijn door toezicht en regelmaat. Dat zeggen het Nederlands Studiecentrum Criminaliteit en Rechtshandhaving (NSCR) , kennisinstituut voor de zorg Nivel en de universiteit van Leiden op basis van eigen onderzoek.
In vergelijking met de algemene bevolking hebben gevangenen meer infectieziekten en chronische aandoeningen en ook meer psychische problemen als depressie, verslavingsproblematiek en persoonlijkheidsstoornissen. De gezondheidsverschillen zijn tot op zekere hoogte te verklaren uit sociaaleconomische omstandigheden van gevangenen en vrije mensen, aldus de onderzoekers.
Vergeleken met niet-gedetineerden hebben ze vaker sociale problemen, neurologische problemen en bijvoorbeeld ook spijsverteringsproblemen in het jaar voordat ze in de cel kwamen. „Ter illustratie: 43,7 procent van de gedetineerden meldde zich met psychische problemen bij hun arts in het jaar voorafgaand aan de detentie, tegenover 17,6 procent van de niet-gedetineerden”, aldus het Nivel.
In het onderzoek werd geen negatief gezondheidseffect van de detentieperiode zelf gevonden, maar ook geen positief gevolg, aldus het Nivel verder. „Een voorzichtige conclusie kan zijn dat de periode van detentie een mogelijkheid biedt om de aanzienlijke gezondheidsproblemen van een groep kwetsbare mensen te verbeteren”, zegt het instituut. Mensen in een gevangenis worden voortdurend gecontroleerd en leiden per definitie een zeer geregeld leven.
Voor het onderzoek werden geanonimiseerde gegevens gebruikt van 952 gedetineerden die in 2014 of 2015 vastzaten. Deze werden vergeleken met die van een controlegroep van 4760 niet-gedetineerden. Het onderzoek wordt dinsdag gepubliceerd in The Lancet Regional Health - Europe.