Wereldgelijkvormig
„1 Johannes 2:14b
Ik heb u geschreven, jongelingen, want gij zijt sterk, en het Woord van God blijft in u, en gij hebt de boze overwonnen.”
Het is smartelijk te bedenken, dat in de geweldige menigte van de rijpende volwassenen het Woord van God niet blijft. Tienduizenden horen het Woord zelfs niet. Zij houden de rustdag voor een dag van vermaak, en de godsdienstoefeningen voor slavernij.
Veel meer duizenden schenken aandacht aan het Woord in de trant van het oude spreekwoord: „Het éne oor in, het andere oor uit.” Zij aanschouwen hun natuurlijk gelaat in de spiegel van het Woord, maar zij gaan huns weegs en vergeten direct wat voor mensen zij zijn. Het zijn jonge mensen met een goed oordeel in wereldse zaken, maar toch zó dwaas, dat zij de eeuwige dingen als louter beuzelarijen achten, een spel spelen met de onsterfelijkheid, en de vreugden van een uur een hoger prijs waard schatten dan de oneindige gelukzaligheid.
In dit land is ook een menigte van jonge mensen, die de boze niet hebben overwonnen. Zij hebben er nooit aan gedacht om dat te doen, omdat zij goede maatjes met hem zijn. Zij behoren tot zijn beste bondgenoten.
Het is beschamend, dat het zó moet zijn, dat de duivel, wanneer hij rekruten zoekt voor zijn leger, zijn werfsergeant onmiddellijk op deze flinke jonge kerels afzendt, die een betere Meester moesten dienen, maar die helaas te bereid zijn om direct de kracht van hun jeugd en hun sterke aard aan de dienst van een bedrieger te wijden.
C. H. Spurgeon, predikant te Londen
(”12 Preken voor jongeren”, 1868)