Economie
Vaccinatiecampagne​ profiteert van groepsdruk en framing

Om van de vaccinatiecampagne een succes te maken, worden twijfelaars over de streep getrokken met behulp van morele chantage en groepsdruk.

Gerhard Hormann
Minister De Jonge (Volksgezondheid) wacht op zijn vaccinatie. beeld ANP, Sem van der Wal
Minister De Jonge (Volksgezondheid) wacht op zijn vaccinatie. beeld ANP, Sem van der Wal

Als vaccinatie de enige weg is uit deze crisis, zoals maandenlang werd benadrukt, dan is het natuurlijk zaak dat zoveel mogelijk mensen diezelfde weg bewandelen. Dat kun je als overheid proberen te bewerkstelligen door het herhalen van steeds dezelfde boodschap, het verstrekken van heldere informatie, maar ook door een zetje te geven in de goede richting (”nudging”) of het in de hoek zetten van twijfelaars (”framing”).

Wie om wat voor reden dan ook niet meteen op de eerste oproep reageert, of liever eerst de kat uit de boom kijkt, wordt al snel ondergebracht in een bepaalde categorie. Zo zou het vaak gaan om laaggeletterden of migranten, mensen dus die de taal niet machtig zijn of niet in staat zijn die te begrijpen. Stugge volhouders heten in de wandelgangen antivaxers of coronawappies, terwijl het net zo goed een gepensioneerde hartchirurg kan zijn die in zijn praktijk net even iets te vaak kunstmatige hartkleppen voorbij heeft zien komen die na een tijdje gebreken bleken te vertonen.

Wie de uitnodigingsbrief terzijde legt en liever kiest voor isolatie dan voor vaccinatie, heet opeens een weigeraar. Dat is veelzeggend, want er is geen wezenlijk verschil met de griepprik die standaard wordt aangeboden aan mensen boven een bepaalde leeftijd. Dat laat zien dat groepsdruk zwaar weegt als het om deze vaccinatiecampagne gaat en soms de gedaante aanneemt van morele chantage.

Een belangrijk argument dat telkens opduikt, is dat je je laat vaccineren uit solidariteit. Het is een manier om jezelf te beschermen tegen deze ziekte, maar je doet het vooral voor anderen. Soms klopt dat. Zo heb ik een vriend die eerst een gezonde nier aan zijn vrouw heeft afgestaan en zich nu laat inenten om haar te beschermen tegen dit virus.

Niet zelden is het echter een drogreden om eigenbelang te verpakken als filantropie. Dan blijkt pas een verhitte discussie dat het de persoon in kwestie er vooral om te doen is eindelijk weer eens op vakantie te kunnen. Het gaat dan helemaal niet om zoiets vaags als de samenleving, maar om de selfies op het verre strand.

Zelf geloof ik pas dat mensen het echt voor een ”ander” doen als ze een deel van hun tijd daadwerkelijk besteden aan het helpen of ondersteunen van anderen. Bij mantelzorgers twijfel ik niet aan hun medemenselijkheid en datzelfde geldt voor vrijwilligers die zich zonder financiële beloning ergens voor inzetten. Maar ook dan is er vaak sprake van eigenbelang, hoe subtiel ook.

Ik fiets trouw elke week met een blinde man op een tandem. Dat doe ik uit onbaatzuchtigheid, maar tegelijk ben ik met hem bevriend geraakt, geniet ik van het prachtige landschap waar we doorheen fietsen en werk ik ongemerkt aan mijn lichamelijke conditie. Het is dus niet zozeer een opoffering als wel een optelsom waar je ongemerkt zelf ook weer van profiteert.

De auteur is publicist. Voor eerdere columns zie rd.nl/hormann. Reageren? hormann@refdag.nl

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer