Dat zei ds. S. W. Janse, predikant van de gereformeerde gemeente te Rijssen-Zuid, zaterdag tijdens een avond van Check-in (16+) van de Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten in Terwolde. Thema was: ”Brood en wijn”.

Als je nog geen belijdend lid bent, kan de vraag spelen wat een voorbereidingsweek voor het heilig avondmaal je te zeggen heeft, zei ds. Janse. Je mag immers toch nog niet aangaan? „Het heeft je zeker veel te zeggen. Het is namelijk voorbereiding op de eeuwigheid. Je moet elke dag bereid zijn om God te ontmoeten. Vanavond nog kun je gedagvaard worden voor de rechterstoel van God. Hoe zal het dan met jou zijn?”

Concreet vroeg de predikant jongeren in een voorbereidingsweek zichzelf vragen te stellen voor zelfonderzoek. „Wat is daarbij dan de kernvraag? Dat is: Wat dunkt u van de Christus? Of: Hoe sta je tegenover Christus? Hoeveel is Hij je waard? Bedenk ook dat je een ziel hebt. En ga eens wat extra op je knieën.”

Niet alleen de voorbereiding op, maar ook de bediening van het avondmaal heeft jongeren wat te zeggen, aldus ds. Janse. „Je zit in de kerk en ziet Gods kinderen gaan. Ze worden gevoed met het brood, dat wijst op het verbroken lichaam van Christus, en ze mogen drinken van de wijn van het vergoten bloed van Jezus. Hoe zit jij in de bank? Onverschillig of jaloers gemaakt? En: Waar voed jij je mee? Waar drink jij van?”

De predikant sloot af met een oproep. „Hij nodigt ook vanavond nog aan de Evangelietafel. „Wie is slecht? Hij kere zich herwaarts! Tot de verstandeloze zegt Zij: Komt, eet van Mijn brood, en drinkt van de wijn die Ik gemengd heb.” Het eerste moet voor jullie niet zijn: Strijd om aan te gaan! maar: Strijd jij om in te gaan!”

Na een pauze gingen de ruim tachtig jongeren uit elkaar in groepen en bogen zich over verschillende vragen en stellingen. Ds. Janse beantwoordde na afloop van de groepsdiscussie nog enkele vragen. Zoals: „Hoe zeker moet je zijn om aan te mogen gaan?” De predikant wees er in zijn antwoord op dat een avondmaalsganger geen zekerheid in zichzelf heeft. „Maar moede kom ik arm en naakt tot de God Die zalig maakt. In Hem is alles, en in Hem is het alleen. Je komt niet met zakken vol, maar met lege, vuile, bezoedelde handen. Als een Esther zeg je: „Kom ik om, dan kom ik om.” En als een Mefiboseth ga je met kreupele voeten tot de Koning.”

Ga naar puntuit.nl/checkin voor een video