Hannah Kim zocht wereldwijd naar veteranen Korea-oorlog
Ruim 212.000 kilometer reisde de Koreaans-Amerikaanse Hannah Kim (1983) om aandacht te vragen voor de veteranen van de Koreaanse Oorlog (1950-1953). Ze wil zo geld inzamelen voor een groot nieuw monument ter ere van de veteranen. Maar haar missie strekt verder.
„De mensen die in Korea vochten, waagden hun leven voor onze vrijheid, iets wat we nooit mogen vergeten. Zij weten hoe kostbaar het leven is en dat vrijheid niet vanzelfsprekend is”, zegt domineesdochter Hannah Kim via Skype vanuit haar woning in Washington DC. „Zij gaven hun leven voor anderen, wat de grootste liefde is die bestaat”, refereert zij naar Johannes 15 vers 13.
Hannah Kim kwam tot haar missie nadat een auto-ongeluk haar in 2006 bijna fataal werd. Nog steeds ervaart ze chronische pijn van het ongeval. „Sindsdien heb ik het gevoel dat ik een bonusleven leidt”, zegt ze ernstig. „Dat leven is door God gegeven en met dat besef wil ik het invulling geven.”
Een jaar later zette ze de stichting Remember 727 op, genoemd naar de datum waarop in 1953 de wapenstilstand werd gesloten in de Koreaanse Oorlog – een vredesverdrag is er nog altijd niet. Weer een jaar later lobbyde ze met succes voor wetgeving die 27 juli officieel uitriep tot Nationale Dag voor Veteranen van de Koreaanse Oorlog in de Verenigde Staten. Later werkte ze als stafchef van de Democratische Afgevaardigde Charles B. Rangel (1930), zelf ook een Koreaveteraan die in 1950 een groep kameraden wist te laten ontsnappen aan een Chinese aanval.
Opa’s
Nadat Rangel in 2017 met pensioen ging, besloot Kim aan haar grote reis te beginnen. In vier maanden tijd bezocht ze 24 landen op 6 continenten. In 2018 en 2019 volgden meer reizen.
Ze ontmoette meer dan 1200 veteranen, die zij liefkozend haar ‘opa’s’ noemt. „Niet omdat ze oud zijn, maar omdat ik niet hier zou zijn als zij zeventig jaar niet voor vrijheid hadden gevochten.” Kim werd geboren in Zuid-Korea en is de kleindochter van een Koreaveteraan; haar ouders verhuisden naar de VS toen zij zes was.
Een ontmoeting die Kim in het bijzonder is bijgebleven, was met een veteraan in Colombia. Daar sprak ze een ‘opa’ die als jongeman in Korea diende, waarbij hij gewond raakte aan zijn gezicht. Toen Kim hem opzocht in Cartagena had hij al twintig reconstructieve operaties aan zijn gelaat ondergaan. „Nog steeds zag hij er best verminkt uit. Ik ben geen ijdel persoon, maar als ik in de spiegel steeds die verminkingen zou zien, zou ik vermoedelijk bitter worden”.
Niets van dat alles bij de veteraan in kwestie. „Hij sprak juist over degenen die, in tegenstelling tot hem, niet het geluk hadden gehad om weer naar huis te keren”, vertelt Kim. „Kun je je dat voorstellen, dat iemand in die toestand vindt dat hij tot de gelukkigen behoort?” De man financierde zelfs een herdenkingsplakkaat ter waarde van omgerekend 2600 euro om zijn strijdmakkers te eren. „Ik word daar echt nederig van en bid dat ik zulke bereidheid tot vergeving en genade in mijn hart mag hebben.”
Trots
Kims reis bracht haar ook naar Nederland – in februari 2017 landde ze op Schiphol. „Ook hier werd ik geholpen door totale vreemden. Ik herinner me Sheila, die mijn missie om vrede en liefde te promoten mooi vond. Ze bood me onderdak, zocht via internet namen van veteranen op en reed me zelfs naar het Koreamuseum. Jullie hebben trouwens een van de meest uitgebreide musea ter ere van de Koreaanse Oorlog die ik ben tegengekomen.”
Kim ontmoette meerdere Nederlandse ‘opa’s’. „Ik zag zo veel trots bij de Nederlandse veteranen. Ik was er ook stil van toen ik hoorde dat de meesten niet in Nederland begraven willen worden, maar op het ereveld van de Verenigde Naties in Zuid-Korea.” Op dit Ereveld Tanggok liggen meer dan 120 Nederlanders, in 2017 werd er nog een veteraan ter aarde besteld.
Kim bezocht niet enkel veteranen die streden aan de zijde van Zuid-Korea, maar vloog ook naar Rusland, China en zelfs Noord-Korea. „Ik kreeg een griezelig gevoel in het land. Ik kende ook alleen maar de verhalen uit de media, maar deze mensen zagen er net uit zoals ik en mijn Zuid-Koreaanse familieleden.”
Psalm 139
Noord-Korea is de enige natie waar Kim geen veteraan sprak, al bezocht ze wel een kerkhof voor gevallenen. „Ik voelde de pijn in het land en bad bij die begraafplaats tot God, om het leed van dit verdeelde volk te verzachten na meer dan zeventig jaar scheiding.”
Kim vond het belangrijk om ook ‘de andere kant’ te bezoeken. „Mijn reizen draaien om het promoten van vrede, hoe doe ik dat wanneer ik me beperk tot één zijde? Ik ben geen historicus of journalist, maar een boodschapper en wilde weten wat de gevoelens aan de andere kant zijn.”
Kim bidt dagelijks de twee laatste verzen uit Psalm 139, om God te vragen haar overtuigingen en handelingen bij haar missie zuiver te houden. „Doorgrond mij, o God, en ken mijn hart; beproef mij, en ken mijn gedachten…”
In 2019 dacht ze dat haar tocht voltooid was, tot ze iemand uit Curaçao sprak. „Hij vertelde me dat ook Surinamers hadden deelgenomen aan de oorlog, dat wist ik niet.” Suriname was ten tijde van het conflict nog een Nederlandse kolonie. Kim reisde naar Suriname en ontmoette de laatste twee nog levende Koreaveteranen. „Ik was er afgelopen november, vlak voor de corona-uitbraak. Net op tijd.”
De Koreaanse Oorlog wordt ook wel de ‘Vergeten Oorlog’ genoemd, omdat de strijd weinig bekendheid geniet. Aan Kim zal het niet hebben gelegen. Toch denkt zij dat de bijnaam nog altijd actueel is. „Vraag een gemiddeld persoon of hij iets weet van de Koreaanse Oorlog en of hij weet wanneer die was. De meesten zullen er niet op kunnen antwoorden.”