Vrucht dragen
Galaten 5:22
„Maar de vrucht van de Geest is liefde, blijdschap, vrede, lankmoedigheid, goedertierenheid, goedheid, geloof, zachtmoedigheid en matigheid.”
Ik wenste wel dat er meer vruchtdragende christenen waren. Onze Heere spreekt erover wanneer Hij zegt: „Gelijkerwijs de rank geen vrucht kan dragen van zichzelf, zo zij niet in de wijnstok blijft; alzo ook gij niet, zo gij in Mij niet blijft.”
Ik noem ook nog de vrucht van de Heilige Geest, ons in een lijst gegeven: „De vrucht van de Geest is liefde, blijdschap, vrede, lankmoedigheid, goedertierenheid, goedheid, geloof.” Dit zijn vruchten.
Maar wijs mij de christen die dagelijks liefde tot Christus en Zijn Kerk voortbrengt, blijdschap in de Heilige Geest heeft, de vrede Gods, lankmoedigheid te midden van duizenden beledigingen, goedertierenheid van geest. En dat net zoals de zachtmoedige en nederige Jezus. Hij bracht goedheid die „niet raakt tot God, maar tot de heiligen, die op aarde zijn…(Psalm 16)”, en geloof, dat al de dierbare dingen aangrijpt die in het Evangelie het geloof worden voorgesteld.
Welk een volwassen christen geeft dat! Een man in Christus. Een beelddrager van Hem „Die leeft in alle eeuwigheid!”
Maar ik vrees dat er zeer velen zijn van wie de godsdienst hoofdzakelijk bestaat in het lezen van boeken, en het horen van preken, en in het geven van hun mening daarover. Dit is geen vruchtbaarheid. Ik heb nodig „vruchten der gerechtigheid, die door Jezus Christus zijn tot heerlijkheid en prijs van God.” Dan zullen we weten of we verenigd zijn met de levende Wijnstok, door teweeggebrachte vruchtbaarheid.
Joseph Irons, predikant te Londen
(”Goddelijke leiding”, 1831)