Buitenland

Zuid-Chinese Zee als broedplaats voor oorlog

Start- en landingsbanen, radar- en raketinstallaties, complete havens. Nergens wordt er zo intensief gebouwd als op eilandjes in de Zuid-Chinese Zee. En waar geen eilandjes zijn, daar worden ze wel gemaakt met opgespoten zand. Dreigt daar oorlog? De Taiwanese hoogleraar Kuan-Hsiung Dustin Wang denkt van niet. Hij waarschuwt wel voor Vietnam en: „roekeloos gedrag” van de Amerikanen.

18 June 2015 08:02Gewijzigd op 15 November 2020 19:47
Filipijnse activisten betoogden eerder deze maand voor het kantoor van het Chinese consulaat in Manilla tegen de Chinese aanspraken op de Spratley-eilanden. beeld AFP
Filipijnse activisten betoogden eerder deze maand voor het kantoor van het Chinese consulaat in Manilla tegen de Chinese aanspraken op de Spratley-eilanden. beeld AFP

Het is wonderlijk gesteld met die enorme waterplas tussen China, Vietnam, de Filipijnen en Taiwan. De toe- en doorgang is er van cruciaal belang, en toch is het vooralsnog niemandsland. Maar dat lijkt snel te veranderen: de zee oogt vanwege al die nieuwbouw steeds meer als een gigantisch schaakbord waarop landen hun stukken neerzetten om rivalen voor te zijn.

„Wie twijfelt aan de grote waarde van de Zuid-Chinese Zee, die moet er maar eens overheen vliegen”, begint Bill Haytop zijn studie over dit omstreden deel van Oost-Azië (”The South China Sea, The struggle for Power in Asia”, Yale, 2014). „Wat je ziet zijn vele honderden boten – van kleine visserboten tot reusachtige vrachtschepen, containerschepen en boten volgeladen met auto’s. Olietankers varen er richting het oosten om de economieën aan de andere kant van de zee te voorzien van brandstof: Taiwan, Zuid-Korea, China en Japan. In westelijke richting gaan schepen die zijn volgeladen met producten uit de „workhops” (fabrieken) van de wereld: „hardware and software, headware and footwear.”

Meer dan de helft van de wereldwijde handel over zee gaat via de Straat van Mallaka van en naar de Zuid-Chinese Zee, de helft van alle aardgas en een derde van de olie wordt hier verscheept.

Is het verwonderlijk dat landen elkaar beloeren als het gaat om zeggenschap over deze wateren? „De Zuid-Chinese Zee is zowel de as waaromheen de wereldhandel draait als een broedplaats voor oorlog”, aldus Haytop.

Taiwan

Iemand die zich behoorlijk kan opwinden over de kwestie is dr. Kuan-Hsiung Dustin Wang, hoogleraar politieke wetenschappen aan de National Taiwan Normal University in Taipei. Wang raakt zichtbaar geëmotioneerd als hij over ‘zijn’ zee praat. Hij geldt in Taiwan als een specialist op dit terrein.

Taiwan? Inderdaad. Je zou het bijna vergeten: niet alleen communistisch China, ook dat andere China, Taiwan, is partij in het conflict rond de Zuid-Chinese Zee.

Toen in 1949 de communisten onder leiding van Mao Zedong de republikeinen van Tsjang Kai Shek versloegen, zochten die hun toevlucht op het eiland Taiwan (zo groot als Nederland en op zo’n 100 kilometer van de Chinese kust). Daar richtten de nationalisten van de Kwomintang (KMT) hun eigen Republiek van China (ROC), op die tot op de dag van vandaag het bestuur over heel China en dus ook over het vasteland én over de Zuid-Chinese Zee claimt. In de ogen van zowel Peking als Taiwan is er slechts één China, dat door twee rivaliserende regeringen –de ene in Peking en de andere in Taipei– wordt opgeëist.

Vandaar dat als het om aanspraken in de Zuid-Chinese Zee gaat, de Taiwanezen behoorlijk op één lijn zitten met Peking. En ook Taiwan is, net als China, druk doende om in de Zuid-Chinese Zee pionnen te plaatsen. Taiwan doet dat op het enige eiland dat het sinds 1956 binnen de omstreden Spratley-archipel van 200 eilanden bezit: Itu Aba, ook wel Taiping Island genoemd. Wang zegt enigszins geërgerd zich erover te verbazen dat de Filipijnen doen alsof Itu Aba slechts een rotspunt is. „Ik snap wel dat ze daarvan de Verenigde Naties willen overtuigen, want dan verliest China –Taiwan en Peking– iedere aanspraak op het zeegebied. Volgens het geldende zeerecht van de VN geldt immers dat alleen rond een bewoonbaar eiland de eigenaar recht heeft op het omringende zeegebied. Als het bij de Spratleys enkel gaat om rotspunten, dan kunnen we geen aanspraak maken op de zee eromheen en hebben de Filipijnen met hun vissersschepen er vrij spel. Maar hun bewering is volstrekte onzin.”

U-shaped line

Voor het zeegebied als geheel geldt voor zowel de Taiwanezen als voor Peking als uitgangspunt de zogenaamde ”U-shaped line”, ook wel de ”nine dashe lines” genoemd: een enorme lus die vlak langs de territoriale wateren van de buurlanden –Vietnam en de Filipijnen– loopt en die maakt dat zo’n beetje de gehele Zuid-Chinese Zee Chinees eigendom behoort te zijn.

Taiwan en Peking gaan in hun claims niet helemaal gelijk op, voegt Wang eraan toe. „Onze regering eist niet, zoals Peking doet, het volledige zeegebied binnen de U-shaped lines op, maar enkel de eilanden en een beperkt areaal zee daaromheen.

Intussen dreigt het gevaar dat niet Taiwan maar China de belangrijkste speler wordt in het grimmige diplomatieke spel rond de Zuid-Chinese Zee. Die kans is des te groter omdat Taiwan diplomatiek slechts door een twintigtal landen wordt erkend en dus niet volwaardig meedoet in de grote internationale fora zoals die van de Verenigde Naties.

„Daarom zeg ik ook steeds: Taiwan, laat zien dat je een factor van belang bent en onderscheid je in je opstelling van het vasteland.” Toen de Taiwanese president Ma Ying Jeou enkele weken terug een voorstel deed voor een vredesconferentie rond de Zuid-Chinese Zee was Wang in zijn nopjes. „Eindelijk een initiatief waardoor Taiwan zich op de kaart zet en zich onderscheidt”, dacht hij.

Illegale visserij

Er zijn meer van dit soort kansen, en om die te laten zien pakt Wang er een kaart van het zeegebied bij. „Kijk”, zegt hij, wijzend naar het zeegebied direct ten zuiden van Taiwan dat grens aan het noorden van de Filipijnen en de oostkust van China. „Daar ligt een ontzettend drukke zeeroute, maar er is niets geregeld wat betreft ”search and rescue” – reddingsoperaties in het geval van ongelukken.” Om dat van de grond te krijgen zou Taiwan het initiatief kunnen nemen, vindt hij. Hetzelfde is mogelijk als het gaat om het beheer van de visstand in de Zuid-Chinese wateren. „Illegale visserij is er alomtegenwoordig (in jargon: IUU-visserij, Illegal, Unreported en Unregulated (illegaal, onzichtbaar en niet geregeld, AJ), en Taiwan doet als belangrijke vissersnatie zijn best van die IUU-reputatie af te komen. Het zou kunnen proberen om andere landen daarin mee te krijgen.” Dus ook al heeft Taiwan geen politiek-diplomatieke status (die eist China immers op), op tal van terreinen kan het zich wel opwerpen als belangrijke partner.

De Taiwanese prof zou graag zien dat zijn land zich ook op Itu Aba zelf meer profileert. Dat doet het al door vanaf het eiland via een medisch team „humanitaire dienstverlening” te bieden aan in nood verkerende vissers en zeevaarders in de wateren rondom. Maar Wang wil meer, juist nu de spanningen in het gebied toenemen. Zo zou hij graag zien dat het eiland niet door de civiele kustwacht (zoals nu gebeurt), maar door militairen wordt verdedigd. „Stel dat Vietnam Itu Aba aanvalt, dan kunnen we het niet verdedigen.” Dát de Vietnamezen een keer toeslaan acht Wang niet denkbeeldig. „Taiwan ligt immers ver van Itu Aba vandaan. Toen ik er per boot naartoe reisde kostte me dat drie dagen.”

Militaire actie China

Aan zo’n rampscenario zit nog een staartje, want als Taiwan Itu Aba zou kwijtraken aan Vietnam, zal Peking dat opvatten als verlies van Chinees grondgebied en in actie komen. Zoals Peking niet duldt dat Taiwan zich officieel losmaakt van China, zo zal het ook niet toestaan dat grondgebied elders wordt verkwanseld, met alle gevolgen van dien voor Taiwan.

In dat verband dreigt een ander gevaar, niet van militair, maar politieke aard. Sinds een aantal jaren is op Taiwan een politieke partij actief, de DPP, die niet uitgaat van het ”één-Chinabeleid” (één China, twee regeringen), maar die het liefst Taiwan formeel zelfstandig van China ziet worden. De partij heeft om die reden ook niets met Itu Aba, zegt Wang, en ze zou het om die reden gemakkelijk kunnen verkwanselen aan anderen. Nu er begin volgend jaar presidentsverkiezingen voor de deur staan en de DPP die lijkt te gaan winnen, is dit scenario al lang geen denkbeeld meer. Een riskante ontwikkeling, omdat ook in dat geval China militair in actie zal komen om Itu Aba alsnog voor het Chinese rijk te behouden.

Amerikaanse vluchten

Dat er op korte termijn oorlog dreigt in de regio, bijvoorbeeld omdat China zich roekeloos gedraagt, acht Wang ondenkbaar. „Iedereen heeft zich goed onder controle en weet hoever hij kan gaan.” Bezorgd is hij wel over Amerikaanse patrouillevluchten boven de Zuid-Chinese Zee waarbij de bemanning volledige bewegingsvrijheid opeist, ook boven door China opgeëiste locaties. „Volstrekt krankzinnig en onverantwoord om daar die vrijheid te claimen”, reageert Wang.

Zorgen maakt hij zich ook over Vietnam, dat bezig is zijn vloot onderzeeërs uit te breiden. Zodra die gereed is en de bemanning getraind –zo rond 2020– zal de spanning in het gebied verder toenemen, verwacht Wang. Het is volgens hem vooral om die reden dat China in westerse ogen „agressief gedrag” vertoont door op kunstmatig gevormde eilanden militaire installaties te bouwen.


Van ”mandala” naar Westfaals systeem

Aan het begin van de 19e eeuw verschilden Europeanen en Aziaten in Zuidoost-Azië radicaal in hun denken over wat nu precies een nationale staat was, stelt Bill Haytop in zijn boek ”The South China Sea. The Struggle for Power in Asia”. Zo werd de traditionele politieke eenheid in Zuidoost-Azië vanuit het centrum vastgesteld en dan vooral op basis van het persoonlijke imago van de heersers: het mandalasysteem. Naarmate je verder van het machtscentrum van de heerser kwam, vervaagde en verzwakte diens gezag.

In Europa werd sinds de Vrede van Westfalen (1648) een nationale staat vastgesteld aan de hand van grenzen. Tot aan de grens –hoe ver ook weg van het machtscentrum– waren de wetten van een land van kracht.

In het Aziatische mandalasysteem kon er ver van het centrum van de macht een geleidelijke overgang van gezag zijn, een stuk niemandsland of meer dan één gezagsdrager. De grenzen waren in Azië vanouds vloeiend, en op zee waren die helemaal vaag.

Naarmate westerse landen als koloniale mogendheden zich naar het oosten verplaatsten, werd het denken in strakke grenzen ook gemeengoed in Oost-Azië.

Het huidige conflict in de Zuid-Chinese Zee heeft volgens Haytop dan ook zijn oorsprong in dit Europese denken. De door China fel gepropageerde ”U-shaped line” is in wezen dus erg on-Chinees.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer