Uitspraak over trouwambtenaar Pijl binnen zes weken
DEN HAAG. De rechtbank in Den Haag doet uiterlijk over zes weken uitspraak in de zaak van de door de gemeente Den Haag ontslagen trouwambtenaar W. J. Pijl. Pijl, die begin 2011 door de gemeente ontslagen werd, heeft zich daarna gemeld bij de Reformatorisch Maatschappelijke Unie (RMU), die vervolgens tegen dat ontslag in het verweer is gegaan.
De rechtbank in Den Haag, afdeling bestuursrecht, hoorde vrijdagmiddag beide partijen. Van de kant van de gemeente Den Haag werd onder meer aangevoerd dat het haar beleid is om actief uit te dragen dat de keuze van mensen om met iemand van hetzelfde geslacht te trouwen, wordt gerespecteerd. „Het handhaven van trouwambtenaar Pijl, nadat hij in een interview met dagblad Trouw had aangegeven geen homohuwelijken te willen sluiten, staat haaks op deze voorbeeldfunctie”, stelde de advocaat van Den Haag.
Zij beriep zich verder op een uitspraak van het Europees Hof van 15 januari 2013. Daarin hield het hof een beslissing van de hoogste Engelse rechter inzake het ontslag van trouwambtenaar Ladele in stand, omdat het hof in dit soort kwesties aan nationale lidstaten een ruime ”margin of appreciation” (ruimte om een eigen afweging te maken) toekent. Dat betekent volgens de gemeente Den Haag dat ook zij het recht heeft een gewetensbezwaarde trouwambtenaar te ontslaan.
De advocaat van de RMU, mr. S. O. Voogt, keerde zich tegen deze redenering. Volgens hem geldt de door het Europees Hof gehanteerde ”margin of appreciation” nationale overheden. Zij hebben een ruime marge om op nationaal niveau te bepalen hoe met strijdende grondrechten wordt omgegaan. Maar het is niet aan een college van B&W om die ruimte te bepalen, aldus Voogt.
De advocaat laakte verder het feit dat Den Haag niet eens onderkent dat in deze kwestie van een botsing van grondrechten sprake is. Zo meldt de gemeentelijke website: „Ambtenaren van de burgerlijke stand die weigeren om homohuwelijken te sluiten, hebben bij de gemeente niets te zoeken.”
De rechtbank doet over uiterlijk zes weken uitspraak over de vraag of de gemeente Pijl terecht heeft ontslagen of niet. Als het antwoord nee is, zal de gemeente waarschijnlijk in hoger beroep gaan. Als het antwoord ja is, gaat de RMU naar alle waarschijnlijkheid in hoger beroep.
RMU-directeur Schalk, belangenbehartiger van gewetensbezwaarde trouwambtenaren, toonde zich gisteren bezorgd over de vraag „of de rechtbank wel toekomt aan de kernvraag, namelijk hoe we in Nederland met grondrechten omgaan. Ik sluit niet uit dat hij zal blijven steken in de procedurele vraag of de gemeente Den Haag goed werkgeverschap heeft getoond of niet. Als we niet verder komen dan dit, zou ik dat jammer vinden.”