De volledige invulling van het Onderwijsakkoord en de 689 miljoen euro extra die geïnvesteerd worden in het onderwijs, wordt pas na Prinsjesdag naar buiten gebracht. Dat komt doordat onderdelen van het akkoord samenhangen met de begroting van volgend jaar.

Maandag werd wel duidelijk dat er de komende jaren meer ruimte is voor jonge docenten in het onderwijs, de werkdruk voor alle docenten lager wordt en er meer ruimte komt voor nascholing. Het principeakkoord is ondertekend door minister Jet Bussemaker en staatssecretaris Sander Dekker en de werkgevers en werknemers, verenigd in de Stichting van het Onderwijs.

De nullijn was voor de zomer een van de redenen voor onder meer de vakbonden AOb en CNV Onderwijs om uit het overleg te stappen. CNV Onderwijs schoof vorige maand weer terug aan de onderhandelingstafel. „Er is nu ruimte voor loonontwikkeling”, zegt Helen van den Berg, voorzitter van CNV Onderwijs. „Hoe en wat wordt met Prinsjesdag duidelijk, maar je mag ervan uitgaan dat wij niet onze handtekening zetten onder iets waar we niet tevreden mee zijn.”

De AOb kwam niet terug aan de onderhandelingstafel en liet maandag weten niet mee te willen werken aan een naar hun idee „akkoord waarmee het kabinet zijn magere ambities kan legitimeren”.

Vanuit het ministerie, de politieke partijen en het veld wordt overwegend positief gereageerd op het gesloten akkoord. Onder meer de MBO Raad, de PO-Raad en universiteitenvereniging VSNU lieten weten blij te zijn. De Vereniging Hogescholen tekent wel aan dat er zorgen bestaan over de invoering van het leenstelsel voor studenten. De studentenorganisaties lieten vorige week al weten de gang van zaken erg kwalijk te vinden, omdat ze nooit betrokken zijn in het overleg.