Anderhalve week geleden doken al berichten op dat het Syrische regime bezig is delen van zijn arsenaal massavernietigingswapens te verplaatsen. Onduidelijk blijft nog altijd of die maatregel werd genomen om de wapens beter te beschermen, of juist als opmaat naar inzet tegen de eigen bevolking.

Hoe dan ook groeit de bezorgdheid om het lot van de Syrische chemische wapens. Het land beschikt over een van de grootste voorraden ter wereld.

Niet voor niets kondigde de Israëlische minister van Defensie Ehud Barak dit weekeinde aan dat Israël zich voorbereidt op militair ingrijpen in het buurland, mocht het Syrische regime de controle over zijn chemische wapens verliezen. Ook de Verenigde Staten houden de situatie in het Arabische land scherp in de gaten.

Israëls grootste vrees is dat de Syrische massavernietigingswapens in handen van de Libanese Hezbollah komen. In 2006 vocht Israël nog een korte, maar hevige oorlog met Hezbollah uit. Volgens Israëlische schattingen beschikt de terreurbeweging inmiddels over zo’n 100.000 raketten, waarvan sommige doelen ver in Israël kunnen raken.

Met Hezbollah heeft Israël overigens nog een ander appeltje te schillen. Jeruzalem is ervan overtuigd dat de door Iran gesteunde organisatie achter de aanslag, afgelopen woensdag, op een bus met Israëlische toeristen in Bulgarije zit.

De Israëlische premier Netanyahu heeft met een „zeer krachtig” antwoord gedreigd. In de Israëlische media wordt druk gespeculeerd wat dat antwoord precies zal inhouden.

Aanleiding voor een confrontatie met Hezbollah zou Israël met de aanslag in Bulgarije wel hebben. De vraag is echter of de huidige fragiele situatie in het Midden-Oosten niet te veel risico van een regionale escalatie met zich mee brengt. Mogelijk zoekt Israël het antwoord op de terreurdaad eerder in liquidatie van Hezbollahkopstukken.

Mocht Hezbollah echter Syrische chemische wapens in handen krijgen, dan is wat Jeruzalem een rode lijn overschreden en zal Israël zeker militair in actie komen.