Kerk & religie

„Maak van Hellenbroek geen struikelblok”

KAMPEN – Is het 300 jaar oude vragenboekje van Hellenbroek de beste manier om onze kinderen tot Jezus te laten komen? Die vraag moeten alle catecheten die het boekje gebruiken zichzelf eerlijk stellen, vindt Thom Steenbergen.

10 June 2010 10:32Gewijzigd op 14 November 2020 10:51
Th. Steenbergen, predikant in opleiding aan de PThU in Kampen, schreef een scriptie over het gebruik van het vragenboekje van Hellenbroek in hervormd-gereformeerde kring. „Theologisch is het nog heel actueel.” Foto Dick Vos
Th. Steenbergen, predikant in opleiding aan de PThU in Kampen, schreef een scriptie over het gebruik van het vragenboekje van Hellenbroek in hervormd-gereformeerde kring. „Theologisch is het nog heel actueel.” Foto Dick Vos

Een wat vervelende nasmaak, die heeft Steenbergen, predikant in opleiding aan de Protestantse Theologische Universiteit in Kampen, overgehouden aan de catechisatielessen die hij heeft gekregen uit het boekje van ds. Hellenbroek. „De ouderling hield meestal een monoloog van een uur. Daarbij gebruikte hij termen als ”Christus representerende Zijn volk” die ik als negenjarige absoluut niet kon behappen.”

Omdat Steenbergen benieuwd was naar het hedendaagse gebruik van het 300 jaar oude vragenboekje besloot hij op aanraden van zijn docent, kerkhistoricus dr. G. J. van Klinken, er een scriptie over te schrijven. Hij beperkte het onderzoek tot de hervormd­gereformeerde kring, te weten de Gereformeerde Bond binnen de Protestantse Kerk in Nederland (PKN) en de Hersteld Hervormde Kerk (HHK). Uit de resultaten blijkt dat het ”Voorbeeld der Goddelijke waarheden” in de HHK duidelijk minder in onbruik is geraakt dan in de PKN. Ook stemmen hersteld hervormde predikanten in hogere mate in met de theologische thema’s die in het vragenboekje voorkomen.

Wat leidt u af uit deze uitslag?

„Uit onderzoek blijkt dat het ”Voorbeeld” in de loop der eeuwen een soort maat is geworden waaraan de gereformeerde orthodoxie van gelovigen wordt gemeten.

Als dat beeld klopt, ligt er mogelijk meer aan de scheuring van hervormd-gereformeerde gemeenten in 2004 ten grondslag dan alleen een verschillende visie op het kerk-zijn. Wellicht heeft het ook te maken met een verschillende waardering van de orthodox-gereformeerde leer.”

Slechts 34 van de ruim 290 predikanten reageerden op uw enquête. Hoe verklaart u de geringe respons?

„Aan de ene kant ligt dit mijns inziens aan een negatieve houding binnen de hervormd-gereformeerde kring tegenover het ”Voorbeeld”. Aan de andere kant valt het te wijten aan een tijdgebrek bij predikanten.”

Is het onderzoek door de geringe respons nog wel representatief?

„Ik geef mijn enquête nu liever de status van een steekproef, maar ik denk dat bij een hogere respons de conclusies niet veel anders zouden zijn. De grote lijnen zijn duidelijk.”

Wat was voor uzelf de meest verrassende ontdekking?

„In afgescheiden kerken wordt het ”Voorbeeld” tegenwoordig nog veel gebruikt, terwijl Hendrik de Cock, de voorman van de Afscheiding in 1834, niets 
van het vragenboekje wil­de weten. Hij verzette zich tegen de wildgroei aan catecheseboekjes en hield het liever bij het meer kerkelijk geautoriseer­de ”Kort Begrip” en de He­idelberger Catechismus, maar moest uiteindelijk zwichten voor de wensen van het kerkvolk.

Wat ik schokkend vond, waren de kritische reacties van sommige predikanten uit de Gereformeerde Bond op de theologische inhoud van het ”Voorbeeld”. Ik begrijp niet dat iemand die daar zo uitgesproken negatief over is, zich thuisvoelt binnen deze stroming.”

Hoe bruikbaar vindt u het vragenboekje van ds. Hellenbroek?

„Theologisch is het nog heel actueel. Alle thema’s van de gereformeerde leer komen op beknopte wijze aan bod, maar wel erg rationeel.

Didactisch gezien vind ik de vraag-antwoordmethode volstrekt uit de tijd. Bovendien komen meer eigentijdse thema’s, zoals de kerkelijke verdeeldheid en de opkomst van de evangelische beweging en de islam niet aan bod. Blijft een ambtsdrager bij de keus voor het ”Voorbeeld”, laat hem dan aanvullend materiaal gebruiken en ruimte geven voor interactie. Anders is de methode eerder een struikelblok dan een poort.”

Welk advies geeft u kerkenraden bij de keuze voor een catechisatiemethode?

„Laat ze eerlijk voor Gods aangezicht zichzelf de vraag stellen: Wat is de beste methode om onze kinderen tot Jezus te laten komen, zonder hen te verhinderen? Is dat het ”Voorbeeld”? Prima, maar laat dat dan een weloverwogen keuze zijn.

Nu ben ik bang dat er vaak te automatisch wordt gekozen voor het vragenboekje, omdat het een soort toetssteen is geworden voor zuivere orthodoxie. Dat vind ik een kwalijke zaak.”


”Voorbeeld” weinig gebruikt door hervormd-gereformeerden

Op de enquête van Steenbergen reageerden 34 van de ruim 300 aangeschreven predikanten. 21 van hen zijn afkomstig uit de Protestantse Kerk in Nederland (PKN) en 13 van hen komen uit de Hersteld Hervormde Kerk (HHK).

Geen van de predikanten in de PKN heeft ooit catechese gegeven uit Hellenbroek en geeft dit ook in 2010 niet. Van de predikanten in de HHK hebben negen (70 procent) catechese gegeven uit Hellenbroek. Vijf predikanten doen dit nog.

Zes predikanten in de PKN (29 procent) hebben zelf in het verleden catechese ontvangen uit het ”Voorbeeld”. Van de predikanten in de HHK zijn dat er zeven (54 procent).

Drie respondenten (14 procent) van de PKN zijn geheel onbekend met het ”Voorbeeld”. Van de HHK is dat één respondent (8 procent).

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer