Binnenland

Waterlinie redde Holland van de Fransen

SCHOONHOVEN - Exact 333 jaar geleden was het in Nederland een angstige tijd. Franse troepen trokken tijdens het rampjaar 1672 plunderend rond. Maar tussen Naarden en Gorinchem werden ze tegenhouden door onder water gezette gebieden met daarin vestingsteden en forten: de Hollandse waterlinie. Stichting Groene Hart organiseert vrijdag een congres om de linie meer bekendheid te geven.

6 October 2005 11:08Gewijzigd op 14 November 2020 03:02

Najaar 1672. Vanaf de oostelijke wallen van Schoonhoven is alleen maar water te zien. Rechts stroomt de rivier de Lek, recht vooruit ligt de ondergelopen Lopikerwaard. Daarachter is het bezet gebied. Over de Lekdijk, het enige droge stukje land in de verre omgeving, naderen Franse troepen met kanonnen. Hun aanval wordt gestuit door gericht geweervuur vanuit de drie bastions die Schoonhoven op dat moment telt. Het ondergelopen land verhindert een omtrekkende beweging. De Hollandse waterlinie bewijst haar nut.Donderdag is de dag is er van de linie in Schoonhoven weinig meer te ontdekken. De bastions zijn omgevormd tot begraafplaats, stadspark of kazerne. De meeste grachten zijn gedempt. Een van de weinige dingen die nog herinneren aan de spannende tijd is een stenen beer. Dit stuk muur stond dwars op de stadswallen en vormde de scheiding tussen het rivierwater en het water in de grachten. Om te beletten dat aanvallers over deze beer naar de wallen klommen, stond er halverwege een pilaar: de pop of de monnik.

Een stukje verderop ligt cultureel centrum Het Bastion, waar vrijdag het congres gehouden wordt. Volgens organisator Lyanne de Laat is de belangstelling overweldigend: zo’n 130 mensen hebben zich aangemeld. „Maar er kunnen er nog meer bij, de zaal is groot genoeg.” Het doel van het congres is „de oude Hollandse waterlinie scherper op het netvlies te krijgen. Waar heeft die gelegen, wat is er nog van over en wat gaan we daarmee doen?” aldus De Laat.

Over het algemeen zijn de restanten van de waterlinie verborgen in het landschap. Zo liggen er langs de weg van Linschoten naar Montfoort stroken bos in de weilanden. De willekeurige voorbijganger ziet er niets in. Alleen vanuit de lucht en op de kaart is te zien dat het om een langgerekte schans gaat, die diende om de vijand tegen te houden. Stichting Groene Hart wil door middel van informatieborden bij en wandelroutes langs dergelijke schansen de waterlinie duidelijker zichtbaar maken.

Het idee om water als een verdedigingslinie te gebruiken, dateert uit de Tachtigjarige Oorlog. Overbekend is het verhaal dat timmerman Rochus Meeuwis met gevaar voor eigen leven een schutsluis bij Den Briel in stukken hakte, zodat het water de Spanjaarden tegenhield. Aan het einde van de oorlog maakten de Staten van Holland een plan om een hele linie van ondergelopen polders te maken. Omdat de oorlog ten einde liep, is het toen niet uitgevoerd.

In het rampjaar 1672 haalde stadhouder Willem III het plan weer uit de ijskast. Hij gaf opdracht het gebied tussen Naarden en Gorinchem onder water te zetten. Geheel zonder slag of stoot ging dat niet. Boeren verzetten zich tot het uiterste. Ook het Goudse stadsbestuur stond niet te trappelen om de sluizen open te zetten. Pas na stevige dwang van de Staten van Holland gaven zij toe.

De zwakste schakel van de linie was het smalle stukje water tussen Nieuwerbrug en Hekendorp. Om de verdediging daar goed te organiseren, vestigde Willem III zich in Bodegraven. Bij Nieuwerbrug liet hij het Fort Wierickerschans bouwen. Bij Hekendorp lag de Goejanverwellesluis met een reeds bestaande schans, die extra goed bezet werd.

Toch zagen de Fransen kans om de linie te doorbreken. Met behulp van de vorst zag een detachement soldaten kans de watervlakte over te steken. De vijand naderde Leiden. Maar de dooi viel in. De Fransen werden afgesneden van de rest van het leger. Zij trokken zich plunderend en brandstichtend terug langs Zwammerdam en Bodegraven. Het gevaar was geweken.

In later tijd is de nieuwe Hollandse waterlinie aan de oostkant van Utrecht ontwikkeld. Hierin kwamen ronde betonnen forten te staan, zoals Fort Honswijk bij Vianen. In de Eerste Wereldoorlog waren deze forten uit voorzorg bezet door gemobiliseerde soldaten. Tijdens de Tweede Wereldoorlog kwamen kleine gedeeltes van de nieuwe Hollandse waterlinie onder water te staan. De Duitsers vlogen er echter moeiteloos overheen. De kracht van een natte verdedigingsgordel was verdwenen.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer