Theologie moet religiestress niet ontvluchten maar serieus nemen
Gaat de Protestantse Theologische Universiteit (PThU) met het vertrek uit Amsterdam het lastige gesprek met de soms argwanende wetenschappers van andere disciplines uit de weg? Theologie bedrijven zónder religiestress blijkt bijna onmogelijk te zijn.
Godsdienst is verwarrend. Voor de een is het geloof in een God troostend. Het roept het gevoel van vertrouwen op en het geeft zin en richting in het leven. Voor de ander is dat moeilijk te begrijpen. Het kan ook als bedreigend ervaren worden dat veel mensen zich laten inspireren en leiden door iets wat niet waarneembaar is. Daar kun je zenuwachtig van worden. Het leidt tot religiestress.
Een speciale variant daarvan vinden we in de wetenschap. Die uit zich met name in wantrouwen jegens de theologie. Faculteiten en universiteiten die zich met die naam tooien moeten zich verweren tegen de aanklacht dat hun onderzoek niet objectief is. Het is immers gebaseerd op iets wat niet voor iedereen overtuigend bewezen kan worden, namelijk dat er een God is. Met iemand die aan die God dan ook nog het hoogste gezag toekent kun je geen wetenschappelijk verantwoord gesprek voeren. Echte vooruitgang is er ook niet te verwachten van onderzoek dat grotendeels bestaat uit het recyclen van oude teksten.
Veeg teken
Op veel grote Nederlandse universiteiten hebben theologen het moeilijk. Vaak zijn ze al verdwenen en resten er nog slechts religiewetenschappen, omdat die met gepaste academische afstand dat wonderlijke fenomeen van de godsdienst kunnen bestuderen. Maar ook zij moeten er in toenemende mate aan geloven. Kort na elkaar is hun zowel in Leiden als in Utrecht de wacht aangezegd.
Op de Vrije Universiteit (VU) gaat het iets minder snel, maar ook daar slaat nu de religiestress toe. De Faculteit Religie en Theologie zal binnenkort fuseren met de faculteiten Sociale Wetenschappen en Geesteswetenschappen en daarbinnen als een min of meer zelfstandige school voortbestaan. De nieuwe fusiefaculteit is gedoopt Social Sciences and Humanities. Heel bewust is ervoor gekozen om religie en theologie uit de naam te houden.
Volgens rector Jeroen Geurts is dat vanwege de religiestress van de twee fusiepartners. Dat is onheilspellend. Die stress is met de naamgeving vast nog niet verdwenen. Dreigt hier hetzelfde scenario als in Leiden en Utrecht? Het vertrek van de PThU uit Amsterdam en de beëindiging van de samenwerking in de bachelor theologie is daarbij een veeg teken. Eerder trok de PThU zich immers ook terug uit Leiden en Utrecht, met alle gevolgen van dien.
Vluchtgedrag
De PThU lijkt intussen zelf weinig last te hebben van die religiestress. Er is een toenemend aantal aanmeldingen voor de predikantsmaster en de premaster. De andere theologische universiteiten (van de christelijke gereformeerden in Apeldoorn en de Nederlandse gereformeerden in Utrecht) melden een onverwacht grote instroom van bachelorstudenten.
Daar zit een gevaar in. Te veel stress is niet goed, maar als je helemaal geen stress hebt, is het wel goed om te bedenken hoe dat komt. Je kunt jezelf een rad voor de ogen draaien. Zijn er verdovende middelen in het spel? Is er misschien sprake van vluchtgedrag? Gaat de PThU met het vertrek uit Amsterdam het lastige gesprek met de soms argwanende wetenschappers van andere disciplines uit de weg? Dat werd door tegenstanders van die verhuizing wel beweerd. Die zorg werd ook uitgesproken op de synode van de Protestantse Kerk, waarmee de PThU nauw verbonden is.
Kritische relatie
En dat is geheel terecht. De religiestress moet serieus genomen worden, zeker ook op het terrein van de wetenschap. De PThU kan zich daarbij nu niet meer verschuilen achter het feit dat ze een vleugel in een VU-gebouw bezet. Terugkijkend moeten we vaststellen dat die inwoning op zich niet zo veel heeft bijgedragen aan de kritische relatie met de andere wetenschappen. Daar is meer voor nodig. Daar heb je docenten voor nodig die studenten stimuleren en leren om het eigen geloof met heldere en redelijke argumenten te verantwoorden voor niet-gelovigen en andersgelovigen. Daar heb je onderzoekers voor nodig die met wetenschappelijk verantwoorde methodes heldere analyses geven van godsdienstige praktijken in heden en verleden. Daar heb je interdisciplinaire projecten voor nodig die inspelen op vragen over zingeving en morele keuzes zoals die geformuleerd zijn in de nationale wetenschapsagenda. Daar is men zich bij de PThU zeer van bewust. Stress kan ervoor zorgen dat je de dingen niet helder of te beperkt ziet. Wat de PThU betreft zou je in ieder geval verder moeten kijken dan het gebouw en ook letten op zijn bewoners en op de manier waarop zij omgaan met de uitdaging van de religiestress.
De auteur is rector (waarnemend) van de PThU.