Romeinen 11:26
„En alzo zal geheel Israël zalig worden; gelijk geschreven is: De Verlosser zal uit Sion komen en zal de goddeloosheden afwenden van Jakob.”
Zo zijn al de geheimen van het Evangelie: de verborgenheid van God de Vader en van Christus in Wie al de schatten der wijsheid en der kennis verborgen zijn (Kolossenzen 2:2,3). De verborgenheid der Godzaligheid, die groot is: God geopenbaard in het vlees (1 Timotheüs 3:16). De verborgenheid van Christus’ huwelijk met Zijn kerk (Efeze 5:31, 32). De verborgen werking van de Heilige Geest in de harten van de uitverkorenen (Kolossenzen 3:3). De verborgenheid van de opstanding der doden (1 Korinthe 15:51), met al de verborgenheid van het Koninkrijk der hemelen, die u is gegeven te verstaan (Markus 4:11).
Maar onze apostel spreekt hier over de verborgenheid waarin de verharding voor een deel over Israël gekomen is, totdat de volheid der heidenen zal ingegaan zijn. En alzo zal geheel Israël zalig worden. En zeker, wordt het ingaan van de volheid der heidenen niet met reden een verborgenheid genoemd? De eerste toebrenging van de heidenen in het begin van het Evangelie werd reeds voor een grote verborgenheid aangezien, dat God ook de heidenen bekering tot het leven had gegeven (Handelingen 15:3). Petrus moest ervan overtuigd worden door een gezicht uit de hemel, onder de gedaante van een groot linnen laken, aan de vier hoeken gebonden en op aarde neergelaten (Handelingen 11). Onze Paulus drukt het ook zelf uit als een openbaring der verborgenheid (Efeze 3:3-6).
Petrus Curtenius,
predikant te Amsterdam
(”De zwaarste plaatsen der brieven van Paulus”, 1766)