Dat meldde minister Van Hijum (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) dinsdag in een brief aan de Tweede Kamer. Volgens de minister wordt het op z’n vroegst 1 juli 2025 voordat ouderen van het keuzerecht gebruik kunnen maken. Het zou ook later kunnen worden; dat hangt ervan af hoe snel de besluitvorming in de Tweede en de Eerste Kamer vordert.

Tot voor kort was het de bedoeling dat gepensioneerden vanaf 1 januari 2025 het ”bedrag ineens” kunnen opnemen. Die datum is echter niet langer haalbaar, omdat de Tweede Kamer pas eind september over de wet debatteert. Daarna moet de Eerste Kamer erover besluiten en pensioenuitvoerders hebben nog voorbereidingstijd nodig. Pensioenfondsen hebben zes tot negen maanden nodig om de regeling in te voeren en hun deelnemers erover te informeren.

„Wij pleiten al heel erg lang voor het opnemen van een bedrag uit de pensioenpot” - Jan Schreuders, coördinator arbeidsvoorwaardenbeleid RMU

Het is niet de eerste keer dat het ”bedrag ineens” wordt uitgesteld. Het oorspronkelijke wetsvoorstel zou op 1 januari 2022 ingaan. De Eerste Kamer bedong echter, vanwege de bezwaren bij pensioenuitvoerders, een jaar uitstel. Inmiddels loopt de vertraging op tot drieënhalf jaar.

„Het is jammer dat het nu weer wordt uitgesteld”, reageert Jan Schreuders, coördinator arbeidsvoorwaardenbeleid bij de RMU. „Wij pleiten al heel erg lang voor het opnemen van een bedrag uit de pensioenpot. Dat geeft gepensioneerden de mogelijkheid om de resterende hypotheekschuld, of een deel daarvan, af te lossen.”

De wet Herziening bedrag ineens stelt gepensioneerden in staat eenmalig een deel van hun pensioengeld op te nemen. Dat kan op het moment dat ze met pensioen gaan, of in het jaar na pensionering. Met het geld kunnen ouderen bijvoorbeeld de hypotheek aflossen, reizen of hun woning verbouwen. Er kan maximaal 10 procent uit de persoonlijke pensioenpot worden opgenomen.

Wat de RMU betreft gaat het huidige voorstel voor een ”bedrag ineens” nog niet ver genoeg. De organisatie zou graag zien dat niet alleen gepensioneerden, maar ook werkenden meer keuzemogelijkheden krijgen. Schreuders: „Wij willen dat een werknemer in het spitsuur van het leven, als de combinatie gezin en hypotheeklasten fors zijn, kan kiezen om een aantal jaren minder pensioenpremie in te leggen. Dat geeft meer financiële armslag, bijvoorbeeld om de hypotheek af te lossen. Het moet echt gaan om een afgebakende periode van bijvoorbeeld maximaal tien jaar. Wij denken dat dit eenvoudig te introduceren valt in het nieuwe pensioenstelsel.”