Ledental PKN neemt in tien jaar tijd met een derde af
Het ledental van de Protestantse Kerk in Nederland (PKN) is in tien jaar tijd met bijna een derde afgenomen. Het kerkverband, dat meer dan 128 mensen per dag verliest, telt nu 1.430.000 leden. Dat zijn er 47.000 minder dan een jaar eerder.
Het aantal leden van de Protestantse Kerk, die de cijfers binnenkort op haar website publiceert, kromp in 2023 met 3,2 procent. Dat is iets minder dan het gemiddelde in de afgelopen jaren. Dat ligt op 3,4 procent: een jaarlijks verlies van 60.000 mensen.
De Protestantse Kerk telde in 2014 zo’n 2.026.000 leden (of geregistreerden). Per 1 januari 2024 zijn dat er ruim 1,4 miljoen: 602.000 belijdende leden, 671.500 doopleden en 156.000 overige leden. De kerk heeft relatief veel oudere en weinig jongere leden: de gemiddelde leeftijd ligt op 53 jaar. De grootste leeftijdsgroep is die van 75 tot 79 jaar (124.100 leden).
Wijkgemeenten
De Protestantse Kerk kent evangelisch-lutherse gemeenten, hervormde gemeenten, gereformeerde kerken, protestantse gemeenten en overige gemeenten (zoals Waalse kerken en Nederlandse kerken in het buitenland). De grootste stroming –56 procent– vormen de protestantse gemeenten. Verder is 30 procent hervormd, 12 procent gereformeerd, 2 procent luthers en 1 procent ”overig”.
Niet alleen het aantal leden, ook het aantal (wijk)gemeenten loopt terug. De Protestantse Kerk telde begin vorig jaar 1815 (wijk)gemeenten. Dat waren er tien jaar geleden nog 2295, een verlies van 480. Van alle gemeenten heeft een kwart minder dan 300 leden.
De Protestantse Kerk in Nederland is sinds 2018 ingedeeld in elf classes. Gemiddeld telt een classis 133 gemeenten. Gelet op het aantal gemeenten is Fryslân de grootste classis. Die heeft het grootste aantal zeer kleine gemeenten (met minder dan 300 leden), namelijk 84, én het grootste aantal grotere gemeenten (129). Het gemiddeld aantal leden per gemeente ligt in Fryslân het laagst (590) en op de Veluwe het hoogst (1790).
Pioniersplekken
Er is volgens de Protestantse Kerk sprake van „een duidelijk zichtbare krimp”, maar ook van „verschillende tekenen van vernieuwing en groei”. Zo nam het aantal nieuwe pioniersplekken −bedoeld voor mensen die niet naar een kerk gaan− tussen 2013 tot 2017 ieder jaar snel toe. Daarna vlakte de groei af. In 2023 telde de PKN 108 pioniersplekken. Op 1 januari 2024 waren dat er 99.
