Ds. Van den Berg opent de avond vanuit Daniël 6:1-15 en geeft aan dat Daniël een voorbeeld is van het leven in twee werelden: „Daniël neemt voluit zijn verantwoordelijkheid in de maatschappij, maar is tegelijk toegewijd in de dienst van de Heere.”

In zijn lezing maakt ds. Van den Berg duidelijk dat jongeren leven in zowel de christelijke gemeente als in de seculiere samenleving. „Het zijn totaal verschillende werelden, maar in onze tijd lopen die steeds meer door elkaar.”

De Bijbel staat vol met verhalen over leven in twee werelden, zegt de predikant. „Het is indrukwekkend hoe Daniël staande bleef in de moeilijkste omstandigheden. God heeft hem vastgehouden door de kracht van gebed en geloof. Die God leeft nog; dat kan en mag ons bemoedigen.”

Echte ontmoeting

Voor ambtsdragers en leidinggevenden in het kerkelijk jeugdwerk is het van groot belang om kennis te nemen van de huidige jeugdcultuur, aldus ds. Van den Berg. Er komt veel op jongeren af en het is voor hen moeilijk om zich hieraan te onttrekken. „Hoe gaan we hier als gemeente mee om? Hoe leren we jongeren de juiste kennis tot zich te nemen?” Blijvend investeren in echte ontmoetingen is volgens hem daarom nodig, voor ouders en ambtsdragers.

Ds. Van den Berg roept de aanwezige ambtsdragers ertoe op om te investeren in identiteitsvorming, die nauw verbonden is met geestelijke vorming. „Wees eerlijk over de realiteit van de zonde. Wijs op Christus en de volmaakte vergeving in Hem. Wijs op de troost en de kracht van de Heilige Geest.”

Onmisbaar is een leven zoals Daniël, zegt de predikant. Hij bleef in Babel standvastig en oprecht, deed trouw en nederig zijn werk en leefde in gebed en geloof. „Leven wij zoals Daniël? De Heere gaat door met Zijn werk. Het is een ingewikkelde tijd, maar de Heere is niet veranderd. Het denken van de wereld dringt de kerk binnen, maar zit van nature in ons eigen hart. De duivel doet zijn uiterste best om ons en onze jongeren te verstrikken. Toch is hij een overwonnen vijand. We mogen en moeten pleiten op de verbondsbelofte en hebben de roeping om wakend en biddend voort te gaan.”

Huisbezoek

Tijdens het tweede gedeelte van de avond gaat Jan Willem Baars, toeruster bij het Interkerkelijk Kenniscentrum (IKC), in op de vraag „Hoe ga ik op huisbezoek in gesprek met de jongere of het kind?”

Baars legt uit waarom een goede voorbereiding op het huisbezoek van cruciaal belang is: „Wie is de jongere?” Het antwoord op deze vraag is volgens hem helpend om als ambtsdrager tot een geestelijk gesprek te komen. Aan de hand van een gevisualiseerde kapstok en praktijkvoorbeelden krijgen de aanwezigen de gelegenheid om interactief met elkaar over deze thematiek na te denken.

Ook alternatieve contactmomenten naast het reguliere huisbezoek kunnen helpen om contact met jongeren in de kerkelijke gemeente te krijgen of te houden, zegt de IKC-toeruster. „De jongen met wie ik een gesprek had bij een restaurant liet aanvankelijk niets meer van zich horen. Enige tijd later kwam hij erop terug en afgelopen Pinksteren deed hij belijdenis van het geloof.”

Jongerenwerk is soms weerbarstig, maar de Heere geeft vrucht op Zijn tijd en wijze, aldus Baars.