Allemaal Bijbels in het Reformatiemuseum
”The Bible”, ”La Bible”, ”La Sacra Bibbia”: Aan Bijbels geen gebrek in het pas gerenoveerde Reformatiemuseum in Genève. ”Pour les réformateurs, la Bible est source de vie”, legt een bordje uit. ”Voor de reformatoren is de Bijbel de bron van leven.”
Hoog rijzen gebouwen aan weerskanten van de Rue des Barrières op. ’s Zomers moet het in dit smalle steegje heerlijk koel zijn, maar nu in het voorjaar is het er fris. Misschien liep ooit Calvijn hier, in de tijd dat Genève het middelpunt van de Reformatie was. In de stad herinnert echter weinig aan deze invloedrijke man uit de geschiedenis. De reformator lijkt vergeten te zijn.
Het steegje mondt uit op de Rue de l’Evêché en vervolgens op de Cour de Saint-Pierre. De huizen wijken hier voor een ruim plein. Op bankjes nuttigen mensen hun lunch. Enkele toeristen lopen de trappen van de Saint-Pierre-kathedraal op. Links van de kerk bevindt zich het ”Musée International de la Réforme”.
Bijna twee jaar lang kon je het museum alleen door een virtuele rondleiding bezoeken. Het gebouw sloot op 2 augustus 2021 voor een grondige renovatie. Eenentwintig maanden later heeft het museum meer ruimte, is het aantal collecties uitgebreid en heeft de hoofdingang een andere plaats gekregen.
Genève mag dan de stad van Calvijn zijn, het Reformatiemuseum geeft ook aandacht aan mannen als Luther, Zwingli, Melanchthon en Beza.
Tien ruimten telt het museum. Iedere kamer belicht een ander aspect van de Reformatie. Een bordje legt uit hoe de Reformatie tot stand kwam. Waar de kerk vooral op geld uit was, keerden de hervormers terug naar de Schrift. Achter het glas hangt een Latijnse kopie van de 95 stellingen die Luther in 1517 aan de slotkapel van Wittenberg spijkerde. Een bordje legt uit hoe de Reformatie het dagelijks leven beïnvloedde. Priesters werden vervangen door pastors. Van de zeven sacramenten verdwenen er vijf. Een doopjurk uit de 19e eeuw springt in het oog. Daarnaast zijn –als symbolen van de gereformeerde eredienst– een houten avondmaalsbeker, een Bijbel, een prekenboek en een zandloper te zien. Het laatste object werd in de tijd van de Reformatie gebruikt om de spreektijd van de predikant in te perken. De autoriteiten waren bang dat in een lange preek ook politieke standpunten verkondigd zouden worden. Het voorwerp is van Nederlandse komaf.
Hugenoten
De geur van verf hangt nog in het pas gerenoveerde gebouw. De vloeren kraken. Een oudere dame schuifelt door de ruimte. Druk is het niet, op deze eerste dag van de heropening. Een man, zo’n zestig jaar, schiet foto’s.
In de tweede ruimte valt gelijk op dat alles een rode kleur heeft gekregen. Die heftige kleur verwijst naar het bloed dat tijdens de vervolgingen van de Franse calvinisten –de hugenoten– vloeide. Een schilderij toont iets van de vreselijke gebeurtenissen van de Bartholomeüsnacht. In de nacht van 23 op 24 augustus 1572 werd er door rooms-katholieken een bloedbad aangericht onder de hugenoten in Parijs. Ongeveer 20.000 protestanten kwamen om. De Franse oorlog tussen rooms-katholieken en protestanten (1562-1598) kostte uiteindelijk aan duizenden mensen het leven, zowel aan de rooms-katholieke als de protestantse kant. In vitrines hangen pamfletten, satires en gedichten die tijdens deze oorlog werden geschreven. Zo’n 700.000 hugenoten ontvluchtten Frankrijk, van wie er 70.000 in Holland terechtkwamen en 20.000 in Zwitserland.
Zaal 6 laat zien hoe de Reformatie zich over de wereld verspreidde. Een dia projecteert een schip op de muur. Het is de Mayflower, het vaartuig waarmee in september 1620 de eerste Europese kolonisten naar Amerika reisden om daar een leven te gaan leiden zonder religieuze vervolging. Met hun overtocht verspreidden ook hun overtuigingen zich.
Uit de volgende zaal klinkt een bekende melodie. Het is Psalm 42, gecomponeerd door Claude Goudimel. Deze Fransman werd rond 1500 geboren en was een van de belangrijkste componisten van de zestiende eeuw. Hij maakte bewerkingen voor de 150 Geneefse Psalmen. Waarschijnlijk werd hij vermoord tijdens de Bartholomeüsnacht.
<InlineImage imgUrl=“https://images.rd.nl/fill/w:2500/h:2500/plain/https%3A%2F%2Ferdee-prod-bucket-s3-001.ams3.cdn.digitaloceanspaces.com%2F19284333_b0b96f553f.JPG” caption=“Het Reformatiemuseum noemt een jeans een “protestants kledingstuk”. beeld RD” alt=“19284333.JPG” />
De zalen onder in het museum tonen de invloed van de Reformatie op de afgelopen twee eeuwen. Soms is het zoeken naar de link tussen de getoonde voorwerpen en de Reformatie. Een vitrine toont een computer, een spijkerbroek en het stuur van een auto. „Je zou kunnen zeggen dat een jeans een protestants kledingstuk is – al is de maker ervan Joods. Het beantwoordt aan de kledingwaarden van het protestantisme: eenvoudig van vorm en sober van kleur”, zo legt een bordje uit.
Gaskamer
In de volgende zaal hangen foto’s van invloedrijke protestantse personen uit de twintigste eeuw. Søren Kierkegaard, Karl Barth, Friedrich Schleiermacher. De ene naam bekender dan de andere.
De laatste zaal toont actuele beelden. Een filmfragment van een boot die overvol zit met vluchtelingen, een klimaatdemonstratie, de inauguratie van Barack Obama. Ook hier is het soms zoeken naar de link met de Reformatie.
In het Reformatiemuseum loopt een tijdelijke expositie: ”Déflagrations”, oftwel: ”Explosies”. Honderdveertig kindertekeningen hangen aan de muur. De jonge kunstenaars hebben hun herinneringen aan de oorlog aan het papier toevertrouwd. Sommige tekeningen zijn al bijna een eeuw oud. Op een van de illustraties gaan mensen hun einde tegemoet in de gaskamer. De afbeelding daarnaast toont hoe een razzia huishoudt in een getto. Even verderop hangt een tekening van recenter datum. Deze is gemaakt tijdens een zomerkamp in 2022, voor kinderen tussen de 6 en 12 jaar. Op de tekening zijn de blauw-gele kleuren van de Oekraïense vlag te zien, maar daarnaast is er ook een gedeelte rood en zwart geschilderd. Welke herinneringen zal deze jonge kunstenaar bij het maken van dit schilderij gehad hebben?
Eenmaal weer terug op het plein voor de Saint-Pierre, slaat de oude kathedraal twaalf slagen. Calvijn bracht hier het Woord. ”Chaque fidèle doit y avoir accès dans sa propre langue”, zo geloofden de reformatoren. Elke gelovige moet een Bijbel in eigen taal tot zijn beschikking hebben. Wie het museum uitloopt, beseft: we hebben veel aan de Reformatie te danken.