Middenhuurder straks niet langer vogelvrij
Het kabinet wil mensen uit de categorie middenhuur met ingang van 2024 beter beschermen. Dat moet ertoe leiden dat de huurprijs van honderdduizenden woningen omlaag gaat. Zes vragen.
Wat is middenhuur?
Middenhuur is het segment tussen de sociale huur en de vrije huursector. Huurders in deze categorie woningen betalen een huurprijs tussen 808 en 1100 euro per maand.
De betreffende woningen zijn eigendom van woningcorporaties, beleggers of particuliere eigenaars. Over het algemeen worden ze gehuurd door mensen met een inkomen tussen 41.000 en 55.000 euro (middeninkomen). Zij verdienen te veel om in aanmerking te komen voor een sociale huurwoning en veelal te weinig om de aankoop van een eigen huis te kunnen financieren.
Wat is er aan de hand in die sector?
Door de grote vraag naar deze woningen zijn de huurprijzen in de categorie fors gestegen. Daardoor zijn er steeds minder huizen bereikbaar voor mensen met een middeninkomen, zoals leraren, verpleegkundigen en politieagenten.
Waarom moeten deze huurders beter beschermd worden?
Op dit moment geldt voor hen geen huurprijsbescherming. Dat betekent dat de huurverhoging niet is gemaximeerd en dat de markt de huurprijs bepaalt. Ook kunnen zij over het algemeen niet naar de huurcommissie stappen bij een geschil over de hoogte van de huur.
Hoe wil het kabinet dat oplossen?
Het kabinet wil de huren in deze categorie reguleren. De kwaliteit van een woning wordt uitgedrukt in zogeheten woningwaarderingspunten. Volgens de regeling die het kabinet eind vorig jaar aan de Tweede Kamer heeft voorgesteld, gaat de grens voor huurprijsbescherming omhoog van de huidige 149 naar 187 punten.
Dat betekent dat meer huurders profiteren. Over het algemeen gaat de huurprijs van de woningen omlaag, gemiddeld met 190 euro per maand. Ook kunnen huurders bij huurprijsgeschillen naar de huurcommissie. De regulering gaat vanaf 1 januari 2024 gelden voor nieuwe huurcontracten, dus vanaf het moment dat een woning een nieuwe huurder krijgt.
Verder wil het kabinet de duurzaamheid van woningen in het puntenwaarderingsstelsel meenemen. Ook wil het investeringen in middenhuurwoningen stimuleren. De overheid zet in op de bouw van 100.000 middenhuurwoningen tot 2030.
Intussen heeft het kabinet de huurverhoging van de huur voor woningen vanaf 808 euro per maand al wel gemaximeerd. De verhoging bedraagt maximaal de gemiddelde loonstijging plus 1,0 procentpunt. Over 2022 bedroeg de gemiddelde loonstijging 3,1 procent. De huur mag daardoor met ingang van 1 juli aanstaande met maximaal 4,1 procent worden verhoogd.
Gaat het werken?
De verwachting is dat beleggers hun middenhuurwoningen gaan verkopen omdat de huur bij de komst van een volgende bewoner omlaag gaat. Beperking van de mogelijkheid om zelf de huurprijs te bepalen leidt tot minder investeringen van beleggers in middenhuurwoningen, terwijl het kabinet de productie van deze woningen juist wil vergroten.
Wat vinden huurders van dit plan?
De huurders, vertegenwoordigd door de Woonbond, vinden de nieuwe regeling een voorzichtig stapje in de goede richting. Wel vindt de Woonbond het jammer dat niet voor een hogere grens is gekozen waardoor er meer woningen onder de nieuwe regeling zouden vallen.