Voorpagina 24 april 1999

Eerdere berichtgeving

Zie ook: De vitaliteit van de democratie

Oordeel over Kok valt minder hard uit

„Bewindsvrouwen
moeten vertrekken”

RIJSWIJK – Bijna de helft van de bevolking vindt dat de ministers Borst (Volksgezondheid) en Jorritsma (Economische Zaken, voorheen Verkeer) moeten aftreden als gevolg van hun rol bij de afhandeling van de Bijlmerramp.

Dat blijkt uit een onderzoek van bureau Lagendijk onder 360 Nederlanders, uitgevoerd in opdracht van SBS 6 Nieuws. Borst moet van 45 procent weg, terwijl 43 procent op Jorritsma's aftreden aandringt.

Premier Kok, die in het donderdag verschenen verslag van de parlementaire enquêtecommissie Vliegramp Bijlmermeer ook zware kritiek kreeg, mag van 62 procent van de bevolking blijven zitten. Slechts 25 procent eist zijn vertrek.

Voorts vindt 64 procent dat de Bijlmerenquête geen kabinetscrisis waard is. Ambtenaren die informatie achterhouden, dienen volgens 83 procent ontslagen te worden.

In een reactie stelde minister Borst gisteren dat het erom gaat wat de mensen vinden na het debat over de Bijlmerenquête in de Tweede Kamer. „Ik denk goed te kunnen uitleggen waarom ik zo mijn beleid heb gevoerd en dat ik het daarom niet eens ben met sommige conclusies.”

Ze zei er „als minister van Volksgezondheid niet mee te kunnen leven” dat mensen door haar toedoen zieker zijn geworden, zoals de commissie heeft gesteld. „Als de Kamer het eens is met de conclusies van de enquêtecommissie, dan stap ik op”, aldus de bewindsvrouw gisteravond op Schiphol na haar terugkeer uit Athene.

Dat het lichamelijk onderzoek van betrokkenen pas in oktober kan beginnen, vindt Borst zelf ook laat. Zij wil bekijken of dit eerder kan. Haar ambtenaren of zijzelf gaan hierover overleggen met de Commissie van Deskundigen.

E. van Thijn, ten tijde van de ramp burgemeester van Amsterdam, zei gisteravond in het tv-programma Netwerk dat de verantwoordelijke bewindslieden „erg moeilijk” op hun stoel kunnen blijven zitten als het parlement de conclusies van het enquêterapport overneemt. Het onjuist informeren van de Kamer noemde Van Thijn „de doodsteek voor de parlementaire democratie.”

CDA-fractieleider De Hoop Scheffer vindt de reactie van premier Kok op het eindverslag van de parlementaire enquêtecommissie Vliegramp Bijlmermeer voorbarig en teleurstellend. „Die reactie is tegengevallen. Hij verengt de discussie tot: Kom je aan één, dan kom je aan allen. Door meteen te reageren en ook namens andere ministers te spreken richt hij een borstwering op rond het kabinet en zet hij druk op de fracties van de coalitie. Dat gaat ten koste van het enquêtewapen”, aldus De Hoop Scheffer.