Voorpagina

Eerdere berichtgeving

Zie ook:
Jorritsma informeerde Kamer „versluierd”

Brandweer kreeg waarschuwing voor gevaarlijke lading

Wolleswinkel kritiseert Kok in open brief

„Politie controleerde
El Al-vracht nooit”

Van onze redactie politiek
DEN HAAG – De Israëlische vliegtuigmaatschappij El Al heeft tot de crash van de Boeing op de Bijlmer in 1992 zonder enige controle ladingen met gevaarlijke stoffen naar Schiphol kunnen vervoeren. Personeel van de toenmalige dienst Luchtvaartonderzoek (LVO) van de rijkspolitie liet de opslagplaatsen en toestellen van El Al bij hun steekproeven steevast links liggen.

Voormalig chef R. Schnitker van de LVO onthulde dat vandaag in een vraaggesprek met de Geassocieerde Persdiensten (GPD). Schnitker was van 1984 tot 1992 leider van de LVO. „Toen we een keer onderzoek deden, sprak mijn commandant me daar op aan. Wat ik met zijn vrienden van El Al deed. Het gekke is dat ik me geen daadwerkelijke opdracht kan herinneren om El Al niet te controleren. Het gebeurde gewoon niet.”

Schnitker stelt dat er jaarlijks meer dan honderd boetes werden uitgedeeld wegens overtredingen bij het vervoer van gevaarlijke stoffen. „Dat gebeurde in al die jaren vele keren bij alle maatschappijen, maar nooit bij El Al. Terwijl dat toch een van de grotere vervoerders was op Schiphol.”

Ook wegvervoer
El Al zou ook waar het gaat om wegvervoer bij de douane een uitzonderingspositie genieten. Verzegelde ladingen worden door wegtransporteurs zonder controle van de douanedienst zo bij de loods van het bedrijf op Schiphol afgeleverd, vertelde een chauffeur die jarenlang goederen van El Al door Europa vervoerde gisteren in EO's radiorubiek Tijdsein.

De douane keek nooit naar de lading van El Al die door veiligheidspersoneel was verzegeld, aldus de chauffeur. „In Londen werd een lading verzegeld, op Schiphol zette de douane een stempel op de papieren en in de loods haalde een veiligheidsagent van El Al de verzegeling er weer af. Wij dachten dat dat uit voorzorg tegen terrorisme gebeurde. Nu, met alle onthullingen tijdens de Bijlmer-enquête, ga je toch anders denken.”

Het ministerie van Financiën, verantwoordelijk voor douanezaken, ontkende in de EO-uitzending overigens met klem dat El Al op deze wijze te werk kan gaan.

Onderzoek
Tijdens de parlementaire onderzoeksenquête naar de Bijlmerramp van 1992 verklaarden diverse getuigen vorige week dat El Al op Schiphol een bijzondere behandeling genoot. Dat werd door premier Kok tijdens zijn wekelijkse persconferentie ontkend. Deze week besloot het kabinet dat er een onderzoek moet komen naar de vraag of El Al al dan niet een bijzondere positie heeft of had.

Volgens Israëlische media brengen de onthullingen in de Bijlmerenquête die El Al betreffen, de Nederlands-Israëlische luchtvaartrelaties in een diepe crisis. De bladen Maariv en Ha'aretz melden dat de Nederlandse luchtvaartautoriteiten uit protest tegen vermeende schendingen van regels door El Al Israëlische chartervluchten hebben verboden te landen op Schiphol. Ha'aretz noemt daarbij expliciet het geval van de Israëlische chartermaatschappij Arkia, die afgelopen dinsdag toestemming werd onthouden een vlucht uit te voeren op Schiphol. Schiphol zelf ontkent dat de weigering iets met de enquête van doen heeft.

Uit de heup
De vorige week door de enquêtecommissie verhoorde RLD-onderzoeksleider ir. H. Wolleswinkel, momenteel plaatsvervangend directeur-generaal RLD, levert in een open brief aan commissievoorzitter Meijer scherpe kritiek op premier Kok. „De minister-president vindt het niet nodig zich eerst van de juistheid van de verkregen informatie op de hoogte stellen, maar begint onmiddellijk uit de heup te schieten en treft een zevental weerloze ambtenaren.” Zo reageert Wolleswinkel vanaf zijn Oostenrijkse vakantieadres op de keus van het kabinet om diverse ambtenaren die informatie over gevaarlijke lading „onder de pet” hielden, op non-actief te zetten.

Uit zijn brief blijkt dat Wolleswinkel met een zeer onbevredigend gevoel is blijven zitten na zijn verhoor van vorige week. „Nee, ik ben niet zo gelukkig met de manier waarop ik door de commissie werd verhoord. Ik kon mijn verhaal niet kwijt. Daarom heb ik een waardige, open brief aan de commissie geschreven.”

Wolleswinkel had van de commissie graag de gelegenheid gekregen om uiteen te zetten waarom de RLD-ambtenaren onschuldig zijn. Die gelegenheid kreeg hij niet. „De maatregelen van Kok zijn onterecht”, aldus Wolleswinkel in een mondelinge toelichting op zijn brief. „Er is steeds geprobeerd alle informatie zo goed mogelijk naar buiten te brengen.”

Wolleswinkel schrijft dat er een frappante overeenkomst is tussen wat er op 4 oktober 1992 in de verkeerstoren gebeurde en het overleg tussen Kok en Netelenbos op 4 februari, voorafgaand aan de ministerraad op vrijdag. „In beide gevallen ging het om informatie die op het eerste gezicht alarmerend leek. In beide gevallen ging het om informatie die achteraf onjuist bleek te zijn.”