Voorpagina

Zie ook: Sarin door Duitse chemici in oorlog ontwikkeld

Grondstof voor gifgas in rampvliegtuig

Bijlmer-onthulling
verbijstert de politiek

Van onze redactie politiek
DEN HAAG – De Tweede Kamer heeft verbijsterd gereageerd op de onthulling dat bij de lading van de in de Bijlmerramp verongelukte El Al-Boeing 240 kilo aan grondstoffen voor de productie van het giftige zenuwgas Sarin zat. Hoewel de betrokken vrachtbrief al een tijdlang in handen is van zowel de Kamer als het ministerie van verkeer en waterstaat, had tot nog toe niemand ontdekt dat het ging om een grondstof voor gifgas.

Vooral PvdA-woordvoerder Van Gijzel beklaagde zich er gisteravond over dat de Kamer van niets wist en dat niet de Nederlandse autoriteiten maar NRC Handelsblad uiteindelijk uit de vrachtbrief destilleerde dat het hier ging om dimethyl-methylfosfonaat (DMMP), een grondstof voor het zenuwgas Sarin.

In de zogenaamde “Shipper's Declaration for Dangerous Goods” verklaart de afzender van de gevaarlijke stoffen dat deze volgens de internationale regels worden vervoerd. Daarbij wordt vermeld dat het brandbare stoffen betreft. Tussen haakjes volgt dan de naam van de stof waarom het gaat. Zenuwgasspecialisten weten dat DMMP productiemateriaal voor gifgas is.

Die conclusie komt echter niet voor in het document dat minister Jorritsma (toen nog van verkeer en waterstaat) in 1996 naar de Tweede Kamer stuurde. Uit het rapport van de commissie-Hoekstra –die de Bijlmerramp onderzocht en concludeerde dat er onduidelijkheid bestaat over een groot deel van de lading van de El Al-Boeing– blijkt dat deskundigen op het kantoor van de Rijksluchtvaartdienst in Hoofddorp een dag na de ramp de vrachtbrief hebben onderzocht op vermelding van gevaarlijke stoffen. Zij constateerden: „Het merendeel van de gevaarlijke lading betrof koolwaterstoffen welke vergelijkbaar zijn met de vliegtuigbrandstof kerosine en in een brand soortgelijke verbrandingsreacties opleveren”.

Voor de kamerfracties van VVD en D66 is de onthulling dat het hier gaat om een grondstof voor zenuwgas een „bevestiging van de noodzaak van een parlementaire enquête naar de Bijlmerramp”. Gistermorgen besloot de Kamer dat zo'n enquête er moet komen, waarbij „de onderste steen boven moet komen”. Een speciale werkgroep uit de Tweede Kamer had het middel van de parlementaire enquête, waarbij kamerleden betrokkenen onder ede kunnen horen, onlangs in een advies aanbevolen.

De kamerfracties van CDA en GroenLinks eisen opheldering van minister Netelenbos van verkeer en waterstaat over de vraag waarom de aanwezigheid van de zenuwgasgrondstof niet eerder bekend kon zijn. Netelenbos blijft voorlopig bij haar verklaring dat de Kamer de betrokken vrachtbrief allang in haar bezit had.

Geen gevaar
De 240 kilo DMMP is bij de ramp verbrand. Volgens deskundigen heeft die verbranding geen gevaar voor de gezondheid van omstanders of omwonenden op kunnen leveren. „Zolang er geen chemische bewerking van het DMMP heeft plaatsgehad, kun je het bij wijze van spreken in de thee stoppen”, zegt dr. ir. H. P. Benschop, hoofd van de afdeling chemische toxicologie van het Rijswijkse Prins Mauritslaboratorium, onderdeel van onderzoeksinstituut TNO.

Volgens hem stroken de gezondheidsklachten van omwonenden en hulpverleners die in de buurt van het neergestorte vliegtuig hebben gestaan, ook niet met de symptomen die Sarin-slachtoffers vertonen: misselijkheid, ademhalingsmoeilijkheden en kleine pupillen. De klachten rond de Bijlmerramp betreffen hoofdpijn, slapeloosheid en oververmoeidheid.

De Werkgroep Vliegverkeer Bijlmermeer is niet onder de indruk van de stelling dat de Sarin-grondstof op zich niet gevaarlijk is bij verbranding. Volgens Lony Wesseling is het niet duidelijk welk effect de verbranding van het DMMP heeft gehad.

Woordvoerder A. Bos van de Klankbordgroep Bijlmerramp vindt dat het hoog tijd is voor een medisch-toxicologisch onderzoek van de Bijlmerbewoners.

Meer nog dan op de Nederlandse autoriteiten werpt de onthulling over de Sarin-grondstof een verdenking op Israël. Omdat het hier gaat om een grote hoeveelheid, nemen deskundigen aan dat het bestemd was voor de productie van chemische wapens. De lading was geadresseerd aan het Israel Institute for Biological Research in Tel Aviv, een staatslaboratorium. Het Israëlische ministerie van defensie benadrukt echter met de vracht niets te maken te hebben.