Binnenland

Sarin door
Duitse chemici in
oorlog ontwikkeld

RIJSWIJK – De grondstof voor Sarin is DMMP (dimethyl methylfosfonaat). Sarin is een strijdgas dat in de jaren veertig door Duitse chemici zou zijn ontwikkeld en daarna in grote hoeveelheden werd gemaakt voor en door de Amerikaanse en Russische legers.

• Productiemethode – Sarin is gemakkelijk te maken. Het is een organische fosforverbinding die qua structuur verwant is aan bekende insectenbestrijdingsmiddelen zoals malathion. Bij de productie werkt men dan ook op basis van stoffen die op grote schaal worden gebruikt bij de aanmaak van gewasbeschermingsmiddelen.
• Werking – Al in kleine hoeveelheden is Sarin dodelijk. Het gas schakelt een stof in het lichaam uit die een belangrijke rol speelt bij de prikkelgeleiding in zenuwen. Uitschakeling van deze stof, acethylcholine esterase, leidt tot zenuwuitval. Het lichaam begint eerst te trillen, spieren trekken samen, waarna verlammingsverschijnselen optreden en de ademhaling stilvalt. Slachtoffers moeten zo snel mogelijk worden behandeld met oximen, waarvan diverse soorten bestaan.
• Handel – In 1992 mochten stoffen zoals DMMP, zij het onder strenge beperkingen, nog worden vervoerd, omdat de Conventie tegen Chemische Wapens (CWC) nog niet van kracht was. De CWC werd dit pas begin 1997.
• Gebruik – Irak gebruikte Sarin in 1988 bij een aanval op het Koerdische dorp Halabja. Dat gebeurde aan het eind van de oorlog met Iran (1980-1988), waarin Bagdad het middel ook elders op grote schaal inzette.

Een Japanse sekte gebruikte het middel in 1995 bij een aanval op de metro in Tokio, waarbij twaalf doden en zeker 5500 gewonden vielen.

Het Pentagon heeft toegegeven dat in 1991 tijdens de Golfoorlog door het abusievelijk opblazen van een wapenfabriek in Irak mogelijk niet minder dan 100.000 soldaten bloot hebben gestaan aan Sarin. Critici zeiden dat hierdoor mogelijk het zogeheten Golfsyndroom is ontstaan.