Voorpagina9 februari 2001

Dossier Midden-Oosten

Aanslag in Jeruzalem
na verkiezing Sharon

JERUZALEM – Een zware bom is gisteren in een orthodox-Joodse wijk van West-Jeruzalem ontploft. Volgens de politie is het een wonder dat er nauwelijks slachtoffers vielen. De nationalist Sharon, dinsdag gekozen tot premier van Israël, zei direct na de aanslag dat het geweld eerst moet stoppen voor hij vredesgesprekken gaat voeren met de Palestijnen.


„De tragedie moet ons tot eenheid dwingen”, zei Sharon zinspelend op zijn gisteren begonnen pogingen een regering van nationale eenheid te vormen. De demissionaire premier Ehud Barak en ex-premier Shimon Peres, beiden van de verslagen Arbeiderspartij, zullen persoonlijk onderhandelen met Sharons partij Likud over een regering van nationale eenheid, is gisteravond bekendgemaakt. Delegaties van Likud en van de Arbeiderspartij overlegden gisteravond urenlang in een hotel in Tel Aviv.

Door de bomaanslag raakte slechts één persoon lichtgewond. Negen mensen werden behandeld voor een shock. Er waren volgens getuigen twee explosies kort na elkaar. De schade was groot door de ontploffing. Sinds het oplaaien van het geweld eind september zijn zeker 396 doden en 13.000 gewonden gevallen, van wie de meeste Palestijnen.

Een politiewoordvoerder heeft donderdagavond ontkend dat de politie kort na de aanslag twee mannen heeft aangehouden, zoals eerder was gemeld. Wel zijn in de Gazastrook donderdagavond twee gewapende Palestijnen gearresteerd die waren binnengedrongen in de Joodse kolonie Gush Katif, aldus een militaire zegsman.

Onbekende groeperingen, de Strijdkrachten van het Palestijnse Volksverzet en de Martelaren van Sabra en Chatila, hebben laten weten achter de aanslag met de autobom te zitten. Het Volksverzet stelde in een verklaring dat de aanslag was gericht tegen de „zionistische arrogantie van Sharon.” Die was in 1982 als minister van Defensie betrokken bij de massamoorden op Palestijnse vluchtelingen in de kampen Sabra en Chatila bij Beiroet.

De in de verkiezingen smadelijk verslagen Barak zei in Tel Aviv bitter dat de aanslag een boodschap was over de toekomst van het vredesproces. Sharon is een tegenstander van de bestaande akkoorden met de Palestijnen. Die eisten donderdag opnieuw dat vredesgesprekken moeten zijn gebaseerd op wat tot dusverre is bereikt. Dat gaat Sharon echter al te ver.

Een naaste medewerker van Sharon, Zalman Shoval, zei dat hij ervan uitgaat dat onderhandelingen niet op basis van de bestaande akkoorden kunnen worden gevoerd. De Palestijnen vrezen al jaren dat Israëlische regeringen doorgaan met 'eeuwige' onderhandelingen om de in 1967 bezette gebieden te behouden.

Niet verplicht
Barak heeft in een brief aan de Amerikaanse president George Bush bevestigd dat de regeringsploeg van Sharon straks niet is verplicht de laatste vredesvoorstellen met de Palestijnen te respecteren. Er is helemaal niets afgesproken als niet alles rond is, meent Barak.

Bush heeft de Palestijnse leider Yasser Arafat opgeroepen alles te doen om het geweld te stoppen. Het Witte Huis meent dat de aanslag herinnert aan de noodzaak om te komen tot een rechtvaardige en duurzame vrede in het Midden-Oosten.

De Egyptische minister van Defensie, Mohammad Hussein Tantawi, verwoordde gisteren de Arabische zorgen over Sharon. Hij zei dat Egypte voor de vrede werkt maar niet mag vergeten zich op oorlog voor te bereiden. Israëlische kranten hebben recent gemeld dat de veiligheidsdiensten de Sinaï nauwlettend in de gaten houden.

Die is op grond van de Egyptisch-Israëlische vredesakkoorden van 1979 gedemilitariseerd. Egypte zou troepen de Sinaï willen insturen als Israëlische militairen de autonome Palestijnse enclaves innemen of dat dreigen te doen.

Zie ook:
Visie Sharon staat als een huis