Netanyahu wil geen
premier meer worden

De rechtse Likud-partij kiest mogelijk later vandaag nog haar kandidaat voor de premiersverkiezingen, die waarschijnlijk in februari worden gehouden. Nu Netanyahu zich heeft teruggetrokken, blijft oud-minister Ariel Sharon (72) als belangrijkste kandidaat over. Hij zal het moeten opnemen tegen de huidige premier, Ehud Barak, en mogelijk oud-premier en Nobelprijswinnaar Shimon Peres (77), die overweegt zich als onafhankelijke kandidaat beschikbaar te stellen.

De Knesset, het parlement, stemde gisteren weliswaar in tweede lezing voor de zogenoemde ”Bibi-wet” (Bibi is de koosnaam van Netanyahu), die het mogelijk maakt dat ook niet-parlementsleden zich kandidaat voor het premierschap kunnen stellen. Netanyahu, premier van 1996 tot en met mei 1999, trok zich na zijn nederlaag bij de verkiezingen van 1999 uit de politiek terug en dook in het lezingencircuit.

Het was voor de oud-premier weinig aantrekkelijk mee te dingen naar het premierschap zonder dat tegelijkertijd nieuwe parlementsverkiezingen zouden worden gehouden. Hij verwachtte met het huidige parlement, waarin de linkse coalitie Eén Israël van Barak en de ultraorthodoxe partij Shas een sterke positie innemen, geen werkbare coalitieregering te kunnen vormen. „Om het land uit de crisis de halen, misschien wel de ergste ooit, heeft het échte verkiezingen nodig, voor het premierschap en het parlement”, zei Netanyahu.

Likud tegen
Zo kwam het dat Nethanyahu zijn eigen partij opriep tegen het voorstel voor de kandidatuur van burgers te stemmen als niet voor vervroegde verkiezingen gestemd zou worden. Uiteindelijk was het Eén Israël-blok van Barak, dat de Arbeidspartij omvat, voor deelname van Nethanyahu aan de verkiezingen en stemde diens eigen Likud tegen.

Shas kondigde gisteren aan tegen ontbinding van het parlement te stemmen. De partij, die bij de afgelopen verkiezingen steevast haar zeteltal wist te vergroten, vreest bij een nieuwe stembusgang een nederlaag te lijden.

De premiersverkiezingen zouden op 6 februari worden gehouden, maar de commissie die ze voorbereidt is nog niet bijeengeweest. De Knesset bespreekt morgen uitstel van de stembusgang met één maand.