Clinton spreekt Barak en Arafat

Onderzoek VS naar
geweld in Israël

De Amerikaanse president Clinton had zaterdag telefonisch contact met de Israëlische premier Barak en gisteren met de Palestijnse leider Arafat, zei P. J. Crowley, de woordvoerder van de Amerikaanse Veiligheidsraad. Volgens Crowley heeft de Amerikaanse president aangedrongen op beëindiging van het geweld in de regio.

Het geweld vormt een nieuwe tegenslag voor Clintons pogingen om te komen tot een definitieve vredesregeling voor het Midden-Oosten. Het is onwaarschijnlijk dat de Amerikaanse president, die in januari aftreedt, nog een vredesverdrag tussen de Palestijnen en Israël tot stand weet te brengen.

De Europese Unie heeft gisteren het bezoek van de Israëlische oppositieleider Sharon aan de Tempelberg een „provocatie” genoemd. Het bezoek vormde de aanleiding voor drie dagen van bloedvergieten in Jeruzalem en de Palestijnse gebieden.

„Deze gebeurtenissen laten zien op welk punt een provocatie in een gespannen situatie tragische gevolgen kan hebben”, wordt gezegd in de EU-verklaring, die is afgegeven door het ministerie van Buitenlandse Zaken in Parijs aangezien Frankrijk momenteel het roterend voorzitterschap van de EU bekleedt.

Na het bezoek van Sharon vorige week donderdag aan de Tempelberg of Al Haram As-Sharif, die heilig is voor zowel Joden als moslims, braken schermutselingen uit.

De EU verzoekt beide partijen een einde te maken aan het geweld en waarschuwt tegen „onrechtvaardig gebruik van geweld.” In de verklaring wordt verder opgeroepen tot nieuwe inspanningen om via onderhandelingen vrede tot stand te brengen. De onderhandelingen worden „nu noodzakelijker genoemd dan ooit.”

De Arabische Liga riep gisteren de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties op een onderzoek in te stellen naar het optreden van Israël en de daders te berechten. In een verklaring die werd uitgegeven na spoedberaad van haar 22 ambassadeurs eist de liga een internationaal onderzoek naar de „afschuwwekkende misdaden jegens het Palestijnse volk.” Daarnaast wil de liga dat de verantwoordelijke Israëliërs voor het Internationaal Strafhof worden berecht. Het genoemde hof, een instelling van de Verenigde Naties, is een rechtscollege in oprichting dat zal worden gevestigd in Den Haag en zich zal bezighouden met misdrijven tegen de menselijkheid en grootschalige schendingen van de mensenrechten.

Arabische leiders zoals koning Abdullah II van Jordanië en de Egyptische minister van Buitenlandse Zaken, Amr Moussa, waarschuwden dat het bloedvergieten het vredesproces dreigt te torpederen. De Palestijnse minister van Informatie, Yasser Abed Rabbo, zei niet te kunnen zien hoe het vredesproces kan worden voortgezet „onder de dreiging van massamoorden, schendingen en wreedheden.”