Voorpagina 29 juli 2000

Zie ook: Concorde-ramp vraagt om een zwijgende pers

Dodental vliegramp op 114

Onderzoekers
ontdekken lijk
in brokstukken

Van onze buitenlandredactie
PARIJS/GONESSE – Drie dagen na de ramp met de Concorde bij Parijs hebben onderzoekers gisteren nog een lijk ontdekt in de brokstukken. Het dodental van de ramp is hiermee opgelopen tot 114. De identiteit van de dode is nog onbekend.

Het lijk werd gevonden in het puin van het hotel waarop het brandende toestel crashte. Het lag onder een van de uitgebrande vliegtuigmotoren. Het is nog niet bekend of het om een man of om een vrouw gaat. De andere vier mensen die in het hotel omkwamen, waren personeelsleden van het hotel.

Tegelijk maakte de Franse ongevallenraad BEA gistermiddag bekend dat een of misschien twee banden van het linker landingsgestel van de Concorde tijdens het opstijgen zijn geklapt. De raad ontdekte dat stukken rubber die langs de startbaan van het Parijse vliegveld Charles de Gaulle zijn gevonden, inderdaad afkomstig zijn van dit landingsgestel.

Mogelijk houdt het uitvallen van de motor van het toestel verband met de klapbanden. Bij de snelheid die een Concorde vlak voor het opstijgen heeft „zuigt de motor een enorme hoeveelheid lucht naar binnen, en een band die op dat moment in de motor terechtkomt kan zeer ernstige schade aanrichten”, zei luchtvaartdeskundige Germain Chambost.

Eerder was al gedacht aan de mogelijkheid dat door welke oorzaak dan ook vreemde voorwerpen in de motor terecht waren gekomen.

De piloten van het rampvliegtuig hadden de verkeersleiding direct na de start gemeld dat zij het gestel niet meer konden intrekken. Of de geklapte banden ook daarvoor verantwoordelijk zijn, is nog onduidelijk. Het lijkt erop dat de oorzaak van de brand buiten de motoren van de Concorde ligt, maar dat moet nog nader worden vastgesteld.

Rapport
Gisteren dook een rapport op over eerdere problemen met de banden van Concordes van luchtvaartmaatschappij Air France. Het onderzoek is afkomstig van de Amerikaanse transportveiligheidsraad NTSB, die het al in 1981 aan de Franse autoriteiten overhandigde.

Daaruit komt naar voren dat in vier gevallen het supersonische vliegtuig „in een potentieel catastrofale situatie terechtkwam” toen de banden klapten bij het opstijgen en de kerosinetank en motoren beschadigden. De incidenten, die alle goed afliepen, vonden tussen 1979 en 1981 plaats op de Amerikaanse vliegvelden Dulles in Washington en Kennedy in New York. De NTSB uit in het rapport zijn bezorgdheid over een herhaling van deze incidenten en de reactie van de bemanning erop.

De brand die te zien was aan de achterkant van de dinsdag bij Parijs neergestorte Concorde is waarschijnlijk niet in een van de motoren begonnen. Dat hebben de deskundigen die onderzoek doen naar de oorzaak van het ongeluk gisteren verklaard. Het is nog niet duidelijk waar de brand dan wel begonnen is of waardoor deze veroorzaakt is.

Air France bevestigde eerder gisteren dat zij haar Concordes voorlopig aan de grond houdt. Het is nog niet bekend wanneer de Franse supersonische toestellen weer zullen gaan vliegen. British Airways, de enige andere luchtvaartmaatschappij die over toestellen van dit type beschikt, heeft de vluchten van Londen naar New York wel hervat.

Ruim duizend mensen namen gisteravond deel aan een stille tocht door Gonesse. Zij liepen van het gemeentehuis naar de rampplek.

Zie ook:
Slachtoffers vliegramp herdacht in kerk Parijs - 28 juli 2000

Verkeerstoren Parijs waarschuwde piloot - 27 juli 2000

Concorde stort neer bij Parijs: 113 doden - 26 juli 2000