Toerisme16 december 2000

Het grootste paleisgeheim ontrafeld

Twee openslaande deuren. In het midden vergrendeld met grote schuiven. „Dit verhaal kan waar gebeurd zijn”, roept de Ghanese verteller, terwijl hij zijn gehoor op bankjes langs de rand van de ontvangstruimte heeft geparkeerd. Het publiek in het Kindermuseum herhaalt zijn woorden. Als de bezoekers zijn uitgesproken, zet de man zijn spreekstok in de hoek van de zaal. Tromgeroffel klinkt. De spanning stijgt. Wat bevindt zich achter de vergrendelde deuren?

Blauw en roze. De wanden zijn van uitgehouwen stenen en her en der staan grote trommels. Zelfs de ballustrades hebben een Afrikaanse uitstraling. Op de stenen verhoging van de binnenhof neemt het publiek plaats op houten zetels. Die zijn rechtstreeks geïmporteerd uit Ghana, blijkt later.

Hoewel de deur niet al te groot is en het dus even dringen kan zijn, is het de moeite waard: wie het Kindermuseum, onderdeel van het Tropenmuseum in Amsterdam, binnengaat, waant zich in een Ghanees paleis. „Een Ashanti-paleis”, word ik even later verbeterd. Via de binnenhof komen bezoekers bij de ontvangstkamers, schatkamers, geheime kamers, trommelkamer, koninklijke garderobe en koninklijke drumorkesten.

Het Ashanti-volk is het onderwerp van de tentoonstelling ”Paleisgeheimen”, die vanaf vandaag voor het publiek te bewonderen is. Het Ashanti-koninkrijk is vele malen ouder dan het land Ghana. Het huidige koninkrijk, met als hoofdstad Kumasis, is in oppervlakte tweederde van Nederland en eennegende van Ghana. Er wonen ongeveer 2 miljoen Ashanti in Ghana. Hoeveel Ashanti over de hele wereld wonen, is moeilijk te zeggen, maar het ”Ashanti-gebied” strekt zich tegenwoordig uit tot Nederland, Engeland, Amerika en Japan. Alle Ashanti, waar ook ter wereld, erkennen het gezag van hun Ashanti-koning, de Asantehene, die in Kumasi zetelt.

Koninklijke optocht
Kinderen van 6 tot en met 12 jaar kunnen zelf onderdeel van de tentoonstelling ”Paleisgeheimen” worden. Onder leiding van enkele Ghanese en niet-Ghanese medewerkers mogen ze alle voorwerpen ter hand nemen. Spelenderwijs komt de Ashanti-cultuur tot leven. Ouders en andere belangstellenden kunnen na ongeveer drie kwartier een koninklijke optocht bekijken die weinig onderdoet voor de werkelijkheid.

Donderdag had de officiële opening plaats, die door Ashanti-koning Otumfuo Osei Tutu II zou worden verricht. Dinsdagavond kreeg het museum echter bericht dat de koning zijn afspraak moest annuleren. De verkiezingen in Ghana hadden tot zo veel onrust geleid dat hij het beter vond zijn volk niet alleen achter te laten. In zijn plaats kwamen drie ”paramount chiefs” en leden van de hofhouding naar Amsterdam om de officiële openingshandeling te verrichten.

De Gouden Zetel
Alle ogen zijn gericht op de verhoging op de binnenplaats van het paleis. Hij is rond en trapsgewijs opgebouwd. Middenin staat een stoel, de Gouden Zetel. Dat we de Gouden Zetel te zien krijgen, is heel bijzonder. De stoel is zo „heilig” dat niemand er ooit op mag zitten. Zelfs de Ashanti-koning niet.

De Gouden Zetel heeft zijn eigen parasol en zijn eigen hofhouding, onder wie zijn persoonlijke drager. De stoel wordt op een geheime plaats in het paleis bewaard en slechts heel af en toe getoond. De Gouden Zetel is het grootste paleisgeheim. De kinderen die ”Paleisgeheimen” bezoeken zijn echter zo belangrijk, dat een van hen zelfs op de met goud beklede stoel mag plaatsnemen.

Een van de medewerkers legt uit wat de bedoeling is. Het verhaal van de spin Anansi is dan al verteld. In het paleis van de koning is het stil. Overal waar de spin komt, zijn de kamers leeg. Wanneer het dier in de slaapkamer van de koning komt, ziet het op bed gouden sieraden liggen. Hij weet direct wat dat betekent. Het is het teken dat de koning is overleden. Dit is mijn kans, denkt de spin. Hij zet alles op alles om de macht over te kunnen nemen. Zijn opdracht: zorg dat het paleis tot leven komt.

De spin Anansi is een bekende figuur in de verteltraditie van Afrika en het Caraïbisch gebied (de Antillen en Suriname). Hij is te vergelijken met de Europese Reinaert de Vos; net als Reinaert is Anansi iedereen te slim af.

De spin gaat in het Kindermuseum in gesprek met de „hemelheer.” Dat kan schokkend overkomen. Het is dan ook goed om van tevoren met kinderen die de tentoonstelling bezoeken in gesprek te gaan. Wanneer ze weten dat andere culturen vaak verweven zijn met andere godsdiensten, valt het hun wellicht wat gemakkelijker afstand van deze zienswijze te nemen. Ook als even later een van de medewerkers op tromgeroffel begint te dansen, is het goed in gedachten te houden dat de Ghanese traditie anders is dan die van ons.

De spin komt terug wanneer de leerlingen van groep 8 van basisschool Oostelijke Eilanden uit Amsterdam zich hebben omgekleed en in optocht de binnenplaats opkomen. Ze zijn dan in drie groepen verdeeld. Er zijn orkestleden bij die op grote trommels slaan; het blijkt niet gemakkelijk het ritme vast te houden. Anderen behoren tot de hofhouding. Zij zwaaien met palmtakken en lopen dicht in de buurt van de koning, die ook door een van de kinderen wordt nagespeeld. Een derde groep bestaat uit onderkoningen. Zij hebben een speciale staf en zwaaien met twee vingers naar de koning als teken van hun goedkeuring. Door de kinderen in de optocht te laten meelopen, worden alle materialen en voorwerpen gebruikt en getoond.

Het klopt
„Het is precies zoals het in werkelijkheid gaat”, roept een van de mannen uit, terwijl hij het tromgeroffel hoort. Hoewel hij ook half Joegoslavisch is, voelt hij zich vooral Ghanees. Hij is opgegroeid in het Afrikaanse land en herkent de vele voorwerpen in het Kindermuseum. „De koning komt eraan, trommelden ze net”, vertelt hij. „Het klopt allemaal.”

Alle voorwerpen in de tentoonstelling zijn hedendaags. Dat houdt in dat ze nog steeds gebruikt worden in het Ashanti-koninkrijk van nu. Ze zijn in opdracht van het Kindermuseum gemaakt of nieuw gekocht bij kunstenaars, ambachtslieden en gespecialiseerde winkels, die ook hofleverancier zijn, in de hoofdstad Kumasi en omgeving.

Bijna ieder voorwerp en gebruik hebben een symbolische betekenis. De 23 verschillende zetels, de spreekstaven, de clanstaven en de kenteweefsels die te zien zijn in de kleding van de kinderen. De adinkra-tekens die met kalebasstempels op de doeken worden gestempeld, de hofregalia, de sieraden en de trommels spreken allemaal een eigen taal. De taal van de Ashanti-cultuur.

De tentoonstelling ”Paleisgeheimen” is voor kinderen van 6 t/m 12 jaar te zien in het Kindermuseum, Linnaeusstraat 2 in Amsterdam, prijs: ƒ 10,00. Open: woensdagmiddag, zaterdag en tijdens schoolvakanties. Schoolklassen kunnen ook tijdens werkdagen komen. Altijd vooraf reserveren: 020-5688233.

Door Mariska Wolters

Zie ook:
De grote boom is gevallen

Een koningskind