Kerk en Godsdienst15 december 2000

Westminster Conferentie verheugt zich 50 jaar lang in stijgende interesse

Puriteinse traditie in hartje Londen

Door K. van der Zwaag
LONDEN – De puriteinen waren nog steeds rond in Londen City. In 1950 begon in de Westminster Chapel een handvol belangstellenden onder leiding van dr. Martin Lloyd-Jones en dr. J. I. Packer de puriteinen te bestuderen. Vijftig jaar later bezoeken ieder jaar bijna 300 deelnemers de tweedaagse Westminster Conferentie in de kerk van Lloyd-Jones. De huidige predikant van de chapel, dr. R. T. Kendall, opvolger van Lloyd-Jones, heeft er echter geen belangstelling meer voor. Hij wil alleen zijn kerk aan de Westminster Conference verhuren.

Er was grote behoefte aan meer kennis van de puriteinen. Zo verklaart bestuurslid ds. John Marshall de oprichting van de ”puritan conference”, zoals die vijftig jaar geleden werd genoemd. Marshall is 25 jaar bestuurslid van de conferentie en heeft Lloyd-Jones verschillende keren tijdens de vergaderingen meegemaakt. Eén keer, in 1966, werd de conferentie niet gehouden, toen Lloyd-Jones en Packer met elkaar van mening verschilden, zegt ds. Marshall. Het conflict ging over de waardering van de Anglicaanse Kerk, waarbij Lloyd-Jones een afgescheiden visie huldigde. Sedertdien trok Lloyd-Jones alleen de kar.

Groei
In 1967 ging de conferentie opnieuw van start, nu als Westminster Conferentie, genoemd naar de (congregationalistische) kerk van Lloyd-Jones. Uit deze conferentie ontwikkelde zich ook de Leicester Conferentie, die meer gericht is op praktische en theologische onderwerpen, zegt ds. Marshall. De Westminster Conference draagt vooral een kerkhistorisch karakter. Zij is er voor „theologische en historische studie, met speciale aandacht voor de puriteinen”, zoals de officiële ondertitel luidt. De Leicester Conferentie trekt doorgaans meer mensen uit andere landen, waaronder ook Nederland.

De tweedaagse Westminster Conference, die jaarlijks in december gehouden wordt, groeide van niets naar iets. „We begonnen vijftig jaar geleden met een klein groepje predikanten”, zegt ds. Marshall. „De groep groeide snel. Toen Martin Lloyd-Jones in 1981 stierf, was het even onzeker of we verder zouden gaan. Lloyd-Jones was al die jaren voorzitter geweest, had altijd de discussie geleid. Hij gaf aan het einde van de conferentie altijd een uitnemende samenvatting. Hij kon dat doen vanwege zijn encyclopedische kennis en zijn vermogen de verschillende standpunten te analyseren.”

Het aantal bezoekers stagneerde even na het overlijden van ”the doctor”. Maar er kwam een nieuwe generatie op die de draad oppakte. Sinds de jaren negentig is er gestage groei, van 120 in 1990, tot 280 in 1999. Opvallend is ook het aantal jongeren dat interesse toont.

De deelnemers en deelneemsters komen uit alle mogelijke kerken, vooral uit Engeland en Wales. Schotse vertegenwoordigers komen de laatste jaren minder. „Ze hebben te veel problemen in eigen kerken”, verklaart Marshall.

Breedte
De conferentie wordt bezocht door mensen die zich in de breedte van het puritanisme herkennen, zegt ds. Marshall. „We kennen geen algemene theologische grondslag, maar als je geen leerstellige calvinist bent, kom je hier niet. Er komen baptisten, presbyterianen, gereformeerden en independente predikanten. Charismatisch gezinden zijn ook wel eens geweest, maar verdwenen van lieverlee weer.”

„We richten ons op de gereformeerde, calvinistische traditie in de brede, historische zin van het woord, van het begin van het puritanisme in de tijd van koningin Elizabeth tot aan Spurgeon, Whitefield en Rowland. Calvinisme in engere zin, zoals wij dat kennen als ”high calvinism”, wordt door de meesten verworpen.”

Ds. Marshall denkt niet dat leden van de Gospel Standard-kerken op de Westminster komen. „Zij komen ook niet op de Leicester Conferentie. Ik weet niet of er bij ons ooit een lezing over Philpot of Tiptaft gehouden is, maar dat zou natuurlijk best eens kunnen.”

Al komen de deelnemers uit alle mogelijke kerken, diepgaande meningsverschillen zijn er nauwelijks, blijkt tijdens de discussie. „We richten ons op het gemeenschappelijke. We behandelen nooit een onderwerp dat scheiding maakt. De doop is bijvoorbeeld voor ons geen thema.”

Opwekkingsbeweging
Ds. Marshall ziet de waarde van de puriteinen hierin liggen dat ze de kerk van Engeland gestempeld hebben als een opwekkingsbeweging. „De puriteinen waren calvinisten. Velen in Engeland hebben een verkeerd begrip van het calvinisme en van het puritanisme. Dat werd anders toen Lloyd-Jones in Londen ging preken. Voor die tijd kocht niemand John Owen, maar toen Lloyd-Jones zijn werk in Londen begon, kregen de puriteinen plotseling commerciële waarde. De Banner of Truth ging er steeds meer van uitgeven. Er is nu een algemene interesse in de puriteinen die ook naar andere landen is overgeslagen.”

Met dat alles blijft de Westminster Conferencewel een conferentie voor liefhebbers. De kerk in Engeland is geïnfecteerd door onwetendheid, constateert ds. Marshall met spijt. „Er heerst een algemene apathie. De media geven geen goed beeld van het christendom. Engelsen verwerpen het calvinisme, maar ze weten niet eens wat het is.”

Context
De Westminster Chapel is slechts 50 meter verwijderd van Buckingham Palace en 100 meter van de Westminster Abbey. Een betere context voor zo'n conferentie is niet denkbaar. Maar de geest van ”the doctor” is in zijn huidige gemeente ver te zoeken. De boekhandel van de chapel toont talloze werken van de huidige predikant, dr. Kendall, van evangelicale stromingen en boeken van de Alpha-cursus. Die van de Banner of Trust schitteren door afwezigheid. Nota bene! Terwijl de herontdekking van de puriteinen door Lloyd-Jones en het werk van de Banner of Truth alles met elkaar te maken hebben.

Ds. Philip Eveson, rector van het London Theological Seminary, ook een initiatief van Lloyd-Jones, noemt de ontwikkeling van de Westminster Chapel ronduit tragisch. „Kendall had een opwekking verwacht. Nu die uitblijft, werpt hij zich op de charismatische beweging, zoals de Torontoblessing.”

Eerdere berichtgeving:
Het gebed als heilige plicht
(14 december 2000)