Gezondheid 29 juni 1999

Zie ook: Nederlander heeft te weinig selenium

Grote studie naar effect
selenium op kanker

Door J. van Klinken
Helpt selenium kanker voorkomen? Die vraag houdt wetenschappers al heel lang bezig. Er zijn de nodige aanwijzingen, maar het bewijs is nog steeds te mager. In Amerika en Europa is nu een groot onderzoek in voorbereiding dat definitief uitsluitsel moet geven.

Het was geen opwekkend verhaal dat de Wageningse voedingsdeskundige dr. ir. Pieter van 't Veer vorige week tijdens een bijeenkomst van het farmaceutisch bedrijf Pharma Nord te vertellen had. Hij doet al ruim vijftien jaar onderzoek naar de relatie tussen voeding en kanker, maar die kon hij niet aantonen.

Eerst was hij betrokken bij het onderzoek naar het verband tussen vet en kanker. Bij proefdieren was gebleken dat vet in de voeding wel eens verantwoordelijk zou kunnen zijn voor het ontstaan van borstkanker. Het is tot de bodem uitgeplozen en het uiteindelijke resultaat luidt dat het verband bij mensen niet kan worden aangetoond.

China
Met selenium leek het dezelfde kant uit te gaan. Eind jaren tachtig werd vastgesteld dat bij kankerpatiënten de hoeveelheid selenium in het bloed beduidend lager was dan bij een controlegroep.

Een volgend onderzoek leverde nog meer aanwijzingen op. Aan 30.000 inwoners van een gebied in China waar weinig selenium in de grond aanwezig is, werd een supplement gegeven met selenium, vitamine-E en betacaroteen. Een andere groep kreeg een nepmiddel (placebo). De uitkomst was dat onder de innemers van het supplement veel minder maagkanker voorkwam.

Maar nadere studies bevestigden dit niet. „We kregen op zeker moment zelfs het gevoel dat we met selenium op dood spoor zaten”, zei Van 't Veer.

Een nieuw onderzoek in Amerika uit 1996 deed de hoop echter herleven. Er werd gekeken naar het effect van selenium op een groep van 1300 mensen die behandeld waren voor huidkanker. De uitkomst was dat toediening van het middel geen invloed had op het terugkeren van de ziekte.

Toen de groep echter wat langer werd gevolgd, bleken zich toch opmerkelijke feiten voor te doen. In de groep kwam veel minder prostaat-, darm- en longkanker voor dan bij de controlegroep. Maar de aantallen waren klein. Zo lag het aantal patiënten met prostaatkanker op enkele tientallen. Dat zijn geen getallen waarmee de medische wetenschap uit de voeten kan.

Honderd miljoen
Wel heeft het onderzoek aanleiding gegeven om een zeer omvattende studie op te zetten. Die zal zowel in de Verenigde Staten als in Denemarken, Engeland, Finland en Zweden gaan lopen. Het totaalaantal deelnemers zal ruim 40.000 mensen bedragen!

Er zullen vier groepen worden gevormd, die verschillende doses krijgen dan wel een placebo (neppil). Het onderzoek zal vijf jaar duren en bijna 100 miljoen gulden kosten.

Deze zogeheten Precise-studie staat onder leiding van professor dr. Larry Clark van het kankercentrum van de Universiteit van Arizona. Hij gaf ook leiding aan het onderzoek onder de huidkankerpatiënten en geniet wereldwijd een grote reputatie op dit gebied.

Opmerkelijk is dat in Amerika nu ook wordt onderzocht of selenium helpt bij mensen die al prostaatkanker hebben. Doorgaans zijn wetenschappers zeer sceptisch over het therapeutisch effect van voedingssupplementen. Maar als er aanleiding is, wordt begonnen met de groep met een hoger risico. Vandaar dat in dit geval is gekozen voor ”watchful waiters”. Dat zijn 70-plussers bij wie de tumor langzaam groeit en bij wie geen (belastende) behandeling plaatsheeft, maar die wel regelmatig worden gecontroleerd. Voordat de tumor zich kan uitzaaien, zijn de meesten al aan een andere ziekte gestorven. Ook dit onderzoek zal vijf jaar duren.