Nederlander heeft te weinig selenium

Selenium is een zogeheten spoorelement, waarvan slechts uiterst kleine hoeveelheden nodig zijn om het lichaam goed te kunnen laten functioneren. Het komt in de bodem voor en wordt door gras, tarwe en dergelijke opgenomen. Selenium zit vooral in vlees, brood- en graanproducten en zuivel en komt zo in ons lichaam terecht.

De concentraties in de bodem verschillen sterk. In de Verenigde Staten zit bijvoorbeeld veel meer selenium in de grond dan in Noord-Europa. Sommige seleniumarme landen voegen het toe aan de kunstmest.

De aanbevolen dagelijkse hoeveelheid ligt tussen de 50 en 150 microgram. De gemiddelde Nederlander krijgt 37 microgram per dag binnen. Dat is dus te weinig. In de jaren tachtig, toen Nederland veel Amerikaans graan importeerde, lag de inname hoger. Nu veel graan uit Frankrijk komt, zitten we te laag. Vandaar dat selenium ook wel als voedingssupplement wordt geslikt.

Er zijn twee vormen: de organische en de anorganische. Vermoedelijk neemt het lichaam de eerstgenoemde beter op dan de tweede. Omdat niet helemaal duidelijk is welke vorm bescherming tegen kanker zou bieden, wordt bij de grote studie van dr. Clark gebruikgemaakt van SeleniumPrecise. Fabrikant Pharma Nord stelt het gratis beschikbaar. Bovendien is dit de vorm die in de eerdere studie van Clark resultaten gaf. Het is gist waarin selenium in allerlei vormen voorkomt.