Gezondheid 24 oktober 2000

Zie ook: Ebola-epidemieën

Ebola-virus verdwijnt even mysterieus als het gekomen is

De schrik van het regenwoud

Door Janneke Hak
„Haar keel voelde aan als een ”bal van vuur”, ze had hevige spierpijn en haar hele hoofd deed zeer. Haar gezicht werd dof en uitdrukkingsloos. Later kreeg ze hevige buikkrampen en bloederige diarree. Ze bloedde uit alle lichaamsopeningen en maakte een verwarde en rusteloze indruk. Binnen een paar dagen stierf ze.”

De beschrijving van de ziekteverschijnselen van ebola door een familielid van een slachtoffer maakt duidelijk waarom de tropische virusziekte een golf van paniek in tropisch Afrika teweegbrengt. De laatste weken bezweken in Noord-Uganda tientallen slachtoffers aan de besmettelijke ziekte en de epidemie woedt nog steeds voort. Vier van de tien patiënten overleeft een besmetting niet.

Ebola kent drie belangrijke varianten, vernoemd naar de plaats van herkomst, Zaïre, Sudan en Reston. Het Zaïre-type is het meest gevreesd: Negen van de tien patiënten overleeft een infectie niet. Aan de Sudan-variant, die nu in Uganda woedt, overlijdt ongeveer de helft van de slachtoffers. Reston heeft geen vat op mensen, maar maakt veel slachtoffers onder apen. Sinds de eerste ebola-uitbraak in 1976 steekt het virus, vernoemd naar een rivier in Noord-Zaïre, van tijd tot tijd de kop op in Afrikaanse landen rond de evenaar.

Door de slechte communicatie en de beperkte middelen in de kliniekjes duurt het vaak weken voordat een uitbarsting van ebola wordt onderkend. Een Amerikaan, betrokken bij de eerste epidemie in 1976, vatte het als volgt samen: „Als de eerste blanke sterft, begint de epidemie.” En dan is meteen de chaos compleet. Patiënten vluchten in paniek het ziekenhuis uit, tegengehouden door even bange militairen. Buurlanden proberen door middel van grenscontroles mogelijk besmette mensen buiten de deur te houden.

Rituele wassingen
De ziekte grijpt doorgaans snel om zich heen. Tot nu toe is elke uitbarsting terug te brengen tot één persoon die vaak in het oerwoud vertoefde. Na intensieve verzorging van de patiënt en rituele wassingen als eerbetoon na het overlijden, vallen de eerste slachtoffers in de naaste familie. Dan verplaatst de ziekte zich naar het ziekenhuis, waar vervolgens ook onder het verplegend personeel slachtoffers vallen. Vanuit het ziekenhuis verspreidt de aandoening zich over de hele streek.

De bestrijding van ebola staat nog in de kinderschoenen en bestaat vooral uit het tegengaan van nieuwe besmettingen. Medicijnen zijn er nog niet. In ziekenhuizen in Noord-Uganda maakt de plaatselijke naaister beschermende kleding van eenvoudige stof. Via noodhulp komt wegwerpmateriaal, zoals mondkapjes, handschoenen en injectiespuiten, met dagen vertraging aan en in zulke geringe hoeveelheden dat van weggooien na gebruik geen sprake is.

Wereldwijd zoeken wetenschappers koortsachtig naar medicijnen tegen het besmettelijke virus. Dat onderzoek kost handenvol geld, alleen al om veilige onderzoeksomstandigheden te creëren. De onderzoekers moeten zich hullen in drie lagen beschermende kleding en een zuurstofmasker, voordat ze in een bunker met 60 centimeter dikke wanden de ampullen met het dodelijke ebola-virus mogen openmaken.

Verwoestend effect
De pogingen om het virus beter te leren kennen, beginnen hun vruchten af te werpen. Amerikaanse wetenschappers hebben een eiwit ontdekt dat bloedvatcellen kapot maakt en dat geproduceerd wordt door het ebola-virus. Waarschijnlijk veroorzaakt dit eiwit de vaak dodelijke inwendige bloedingen. Als het eiwit een beetje wordt veranderd, verdwijnt het verwoestend effect.

De wetenschappers van de US National Institutes of Health, die het onderzoek in juli dit jaar publiceerden in het tijdschrift ”Nature Medicine”, denken dat het blokkeren van het verwoestende werk van het eiwit een manier kan zijn om ebola-infecties te behandelen. Als het hen lukt om ebola iets minder vernietigend te maken, heeft het lichaam meer tijd om tegen het virus te vechten.

Een andere bron van onderzoek is de in Afrika bekende geneeskrachtige plant ”Garcinia Kola”, die bekend staat om zijn werking tegen virussen en als tegengif. In het laboratorium gaat een extract van de plant het ebola-virus te lijf, maar het effect op patiënten is nog niet aangetoond.

Op dit moment bestaat indamming van de ziekte vooral uit voldoende bescherming van het personeel, het geïsoleerd verplegen van patiënten en toediening van voldoende vocht via een infuus. Tijdens de epidemie in Zaïre in 1995 kregen acht patiënten bloed van herstelde patiënten toegediend, die antistoffen tegen het virus hebben gemaakt. Zeven van de acht overleefden de infectie, maar omdat het onderzoek kleinschalig was, kunnen hier geen wetenschappelijke conclusies uit worden getrokken.

Vleermuis
Muggen infecteren de mens met malaria, maar niemand weet welk dier ebola overbrengt op de mens. Wetenschappelijke expedities kammen het regenwoud uit op zoek naar de herkomst van het virus. Ze hebben duizenden verschillende soorten dieren gevangen en onderzocht op de aanwezigheid van ebola, tot nu toe zonder resultaat. Veel onderzoek richt zich op de vleermuis. In een katoenfabriek in Sudan, waar de sporen van twee epidemieën naartoe leiden, wemelt het van de vleermuizen. Na infectie in het laboratorium vertoont het dier geen ziekteverschijnselen.

Tot nu toe kwam aan elke epidemie een abrupt einde. Volgens de Wereld Gezondheids Organisatie is ook de huidige epidemie al over zijn hoogtepunt heen. Tussen het moment van besmetting en de eerste ziekteverschijnselen zitten maar een paar dagen. Een ziekte als aids, ook afkomstig uit het regenwoud, is veel sluipender omdat het jaren duurt voordat de eerste ziekteverschijnselen openbaar komen. Met het verwoesten van zijn gastheer maakt het ebola-virus echter meteen een einde aan zijn eigen voortbestaan. Zo bloedt de epidemie dood.