Gezondheid 8 augustus 2000

Zie ook: Hamsters of konijnen

Hoop voor Pompe-patiënten door konijnenmelk

De eerste stapjes van Bart

Door G. Wolvers
De ouders van Bart zijn blij. Hun zoontje lóópt zelfs. Niets bijzonders voor een eenjarige, zo lijkt het. Het tegendeel is waar. Bart heeft de ernstige ziekte van Pompe. Zijn lichaam voert de afvalstoffen in de spieren niet af, waardoor grote gaten in de spieren worden geslagen. Uiteindelijk weigeren alle spieren dienst, inclusief de ademhalingsspieren en de vitale hartspier.

Daarom zijn met de ouders van Bart drie andere ouderparen blij. De ziekte van Pompe heeft bij baby's zo'n snel verloop, dat deze kindertjes nooit hun eerste verjaardag vieren. Behalve de vier baby's die meedoen aan het onderzoek van het Sophia Kinderziekenhuis in Rotterdam. Een van hen is zelfs al twee jaar geworden, de andere drie peuters zijn bijna twee. Dankzij konijnenmelk.

De ziekte van Pompe ontstaat doordat het lichaam een bepaald eiwit, alfaglucosidase, niet aanmaakt. Het alfaglucosidase breekt een reservestof in de spieren, het glycogeen, af tot glucose, dat het lichaam kan omzetten in energie. Als het eiwit ontbreekt, hoopt het glycogeen zich op in de spieren, die opzwellen en na verloop van tijd dienst weigeren. Daardoor heeft deze erfelijke ziekte uiteindelijk een dodelijke afloop.

Met name bij baby's gaat het afbraakproces van de spieren snel. Een mildere variant van de ziekte veroorzaakt soortgelijke verschijnselen bij oudere kinderen en volwassenen; daar gaat het ziekteverloop langzamer. Vandaar ook dat het Sophia Kinderziekenhuis, een onderdeel van het Academisch Ziekenhuis Rotterdam (AZR), zich voor het eerste onderzoek richtte op baby's.

Konijnenmelk
Het ziekenhuis werkt bij het onderzoek samen met Pharming, een relatief klein biotechnologisch bedrijf uit Leiden. Dat heeft van de Nederlandse overheid toestemming gekregen om konijnen, muizen en koeien genetisch aan te passen om de ziekte van Pompe te bestrijden.

En dus huppelen –om logistieke redenen in België– witte Nieuw-Zeelanders rond met een menselijk gen, waardoor hun melkklieren het eiwit alfaglucosidase produceren. Elke morgen worden enkele tientallen van deze genetisch veranderde konijnen gemolken. Uit de melk wint Pharming het eiwit, dat Sophia wekelijks in kleine hoeveelheden aan de vier patiëntjes toedient.

En met succes. Tijdens de eerste twaalf weken van het onderzoek, dat begin vorig jaar startte, constateerde projectleider dr. Ans van der Ploeg tot haar vreugde dat de spieren het eiwit opnamen, zij het nog onvoldoende. „Met de microscoop waren duidelijke effecten te zien. Ook was na verloop van tijd zichtbaar dat het hart, dat bij Pompe-patiëntjes erg groot is, verkleinde en beter ging functioneren. Het medicijn werkte bij een van onze patiëntjes zelfs levensreddend”, vertelt ze.

Laatste strohalm
Na 36 weken van onderzoek kon Van der Ploeg aan de ouders, die het onderzoek als de laatste strohalm aangrepen, aangeven dat er goede hoop was op verbetering van de toestand van hun kindje. „Het was een groot moment toen de eerste patiënt ging omrollen. En dat voor een baby die nooit zijn hoofd, benen of armen kon optillen.”

Een van de twee patiëntjes die aan de beademing moesten, kwam daar dankzij het genetisch gevormde medicijn weer bijna geheel van af, een verbetering die bij het ziekteverloop van Pompe nog nooit was vertoond. Bart, een ander patiëntje, leerde zitten en zelfs lopen.

Groot was dan ook de vreugde vorige week woensdag bij de officiële presentatie van de onderzoeksgegevens, enkele dagen nadat die in het wetenschappelijke tijdschrift The Lancet waren gepubliceerd. „Het is werkelijk een historisch moment”, jubelde de biochemicus dr. A. Reuser van de afdeling klinische genetica van de Erasmus Universiteit, die 25 jaar aan onderzoek naar het medicijn werkte. „Wat voor zin heeft het zich zo lang in te spannen voor zo'n zeldzame ziekte?” is de vraag die hij regelmatig kreeg. In de westerse wereld hebben 5000 à 10.000 mensen deze dodelijke aandoening, wereldwijd naar schatting 20.000. „Als u die vraag stelt, bent u zeker geen patiënt of bij een patiënt betrokken”, aldus Reuser. „Bovendien doe ik wetenschappelijk onderzoek naar een bepaalde technologie die later breder kan worden toegepast.” Reuser doelt hierbij op de keur aan andere (spier)ziekten waaraan slechts kleine aantallen patiënten lijden, mede vanwege de dodelijke afloop.

Ook voor Pharming is het succes belangrijk. Het bedrijf heeft al zo'n 50 miljoen gulden in de strijd tegen de ziekte van Pompe gestoken, onthulde onderzoeksdirecteur prof. dr. G. M. A. van Beynum woensdag, en heeft daar nog geen winst mee gemaakt. Het bedrijf bracht begin dit jaar het vermoedelijke succes van het onderzoek naar buiten, om de geldschieters en aandeelhouders tevreden te stellen. Te vroeg, vonden de onderzoekers, omdat de resultaten nog niet wetenschappelijk getoetst waren. Nu was de tijd rijp en konden wetenschappers, de patiënten en de familie op de hoogte worden gesteld.

Knellende vraag
Die zitten ondertussen met de knellende vraag wanneer het middel voor hen of hun kind ter beschikking komt. Dat valt niet mee. Voor het toelaten en registreren van een nieuw medicijn is nieuw onderzoek nodig dat de waarde van het middel bevestigt. Daartoe worden vanaf nu tot juli 2001 tien tot twintig nieuwe baby's met de ziekte in Europa en de VS gerekruteerd om mee te doen aan het onderzoek. Dan volgt een spoedprocedure bij de Amerikaanse en Europese instanties die de medicijnen toelaten, dat duurt maximaal zes maanden. Al met al verwacht Van Beynum dat het middel op zijn vroegst begin 2002 wordt geregistreerd en verstrekt. „Natuurlijk zullen er altijd patiënten overlijden voordat het zover is”, constateert hij spijtig.

Zijn bedrijf is een samenwerkingsverband aangegaan met het Amerikaanse biotechnologisch bedrijf Genzyme, dat zelf ook bezig is met een variant van het alfaglucosidase in de strijd tegen de ziekte van Pompe. Er is een volledige uitwisseling van gegevens, aldus Van Beynum.

Intussen gloort er ook hoop voor oudere kinderen met deze verschrikkelijke ziekte. Twee kinderen boven de 13 en een jongvolwassene van 33 zijn uitgekozen om mee te doen aan een vervolgonderzoek waaruit moet blijken hoe het Pharming-eiwit uitwerkt op hun ziekte. Onderzoekleidster Van der Ploeg heeft goede hoop dat zeker zij baat hebben bij het middel, omdat zij een minder acute vorm van de ziekte hebben. „Zij hebben zelf nog een restaanmaak van het eiwit.” Als het allemaal lukt, is er volgens haar „perspectief voor alle Pompe-patiënten.”

Relevante websites:

Het Leidse bedrijf Pharming legt zich toe op de productie van medicijnen in melk van transgene dieren:
www.pharming.com

Pharming werkt samen met het Amerikaanse bedrijf Genzyme voor de ontwikkeling van een medicijn tegen de ziekte van Pompe:
www.genzyme.com

Algemene informatie over spierziekten en over de ziekte van Pompe is te vinden op de website van de Vereniging voor Spierziekten in Nederland, VSN:
www.vsn.nl

Een andere belangrijke website met informatie over de ziekte van Pompe is die van de Amerikaanse Acid Maltase Deficiency Association (AMDA). Hier wordt ook het onderzoek van Duke University beschreven:
www.amda-pompe.org