Gezondheid 23 mei 2000

Zie ook: Verbetering

Revolutionaire ontwikkeling in behandeling suikerziekte

Prik overbodig met glucosesensor

Door A. M. Alblas
Geen vingerprik meer, maar een heel klein naaldje dat in het onderhuidse vetweefsel wordt aangebracht en dat continu het bloedsuikergehalte meet. Zo'n glucosesensor geeft de gemeten waarden door aan een microcomputertje buiten het lichaam. Het systeem geeft een duidelijk inzicht in het verloop van de bloedsuikerwaarden gedurende de hele dag. Daardoor kan een diabetespatiënt nog beter worden behandeld. De glucosesensor doet binnenkort zijn intrede op de Nederlandse markt.

Aan diabetes mellitus, in de volksmond suikerziekte genoemd, lijden in Nederland ongeveer 370.000 mensen. De European Association for the Study of Diabetes (EASD) verwacht dat diabetes een wereldepidemie wordt. Onderzoekers gaan ervan uit dat er in 2015 in totaal 220 miljoen diabetespatiënten zullen zijn.

De Zwolse internist dr. E. van Ballegooie spreekt van een volksziekte. „Helaas is de registratie op patiëntenniveau in ons land slecht. We zien echter het gebruik van bloedsuikerverlagende middelen, onder andere insuline, met 6 procent per jaar stijgen. Als dat zo doorgaat, zijn er over tien jaar ongeveer een half miljoen diabetespatiënten.”

Van Ballegooie, voorzitter van de Nederlandse Diabetes Federatie (NDF), is een van de pioniers in Nederland op het gebied van nieuwe vormen van behandeling.

Behandelmogelijkheden
„Strikt bekeken zijn de behandelmogelijkheden van diabetes niet ingrijpend veranderd”, zegt Van Ballegooie. „Wel is de toepassing, het toedienen van bloedsuikerverlagende middelen, ingrijpend gewijzigd. Sinds de jaren tachtig behandelen patiënten zichzelf door middel van de bekende vingerprik en de ouderwetse spuiten hebben plaatsgemaakt voor insulinepennen en -pompjes”, zegt de Zwolse specialist.

Als een van de eersten startte Van Ballegooie eind jaren zeventig met de insulinepomptherapie. Inmiddels zijn er ongeveer 3000 diabetespatiënten met een uitwendige insulinepomp. In 2010 zullen dat tussen de 10.000 en 12.000 patiënten zijn, verwacht Van Ballegooie. Bij vijftig patiënten is een pompje geïmplanteerd, vergelijkbaar met een pacemaker. Hoewel er drie jaar geleden technische problemen waren met de inwendige pompjes, kan zo'n pomp nu zeven jaar blijven zitten.

Laatste redmiddel voor de diabetespatiënt is een transplantatie van de alvleesklier (pancreas) of van de insulineproducerende cellen, de eilandjes van Langerhans. Deze bètacellen van de alvleesklier zorgen ervoor dat in het menselijk lichaam insuline naar behoefte wordt afgegeven. Bij diabetespatiënten werken deze cellen onvoldoende of zijn ze verloren gegaan. Na transplantatie kan iemand weer zelf insuline produceren. Van Ballegooie: „Jaarlijks ondergaan slechts 10 à 15 mensen een pancreastransplantatie, meestal in combinatie met een niertransplantatie. Transplantatie van de eilandjes van Langerhans is minder ingrijpend en in zekere zin een realistisch perspectief.”

Thermostaat
De medisch-technologische ontwikkelingen staan niet stil. Van Ballegooie: „Het tijdperk van de automatische glucosemeting met behulp van de glucosesensor is aangebroken.” Vorige week werd deze nieuwe ontwikkeling, waarmee in Zwolle het afgelopen halfjaar ervaring is opgedaan, ten overstaan van 450 artsen en verpleegkundigen geïntroduceerd tijdens een congres in Zwolle.

De glucosesensor, die op de Nederlandse markt wordt gebracht door de Amerikaanse firma MiniMed, bestaat uit een klein naaldje dat in het onderhuidse vetweefsel wordt ingebracht. Op de testzone van het naaldje zit een enzym dat een chemische reactie veroorzaakt met de aanwezige glucose in het weefsel. Het glucosegehalte van het weefselvocht vormt een afspiegeling van de glucoseconcentratie in het bloed. De reactie van het enzym met de in het weefsel aanwezige glucose leidt tot een elektrisch signaaltje dat via een verbindingskabeltje wordt doorgegeven aan de microcomputer.

De sensor meet eenmaal per tien seconden het glucosegehalte. Dagelijks wordt het glucosegehalte dus 8640 keer gecontroleerd. De microcomputer verzamelt alle gegevens en bepaalt per vijf minuten een gemiddelde glucosewaarde. Uiteindelijk worden er per dag 288 gemiddelde glucosewaarden in het geheugen bewaard.

Van Ballegooie: „Met deze informatie kunnen we een patiënt veel beter instellen op het toedienen van de juiste hoeveelheid insuline, met als doel op termijn een koppeling te maken tussen deze automatische glucosemeting en een automatisch toedieningssysteem. Je krijgt dan een gesloten systeem (”closed loop”-systeem), vergelijkbaar met onze moderne centrale verwarming. Daarvan meet de thermostaat wanneer de kachel moet aanslaan of niet. Hier is de thermostaat de glucosesensor, die ervoor zorgt dat de insulinepomp automatisch de benodigde hoeveelheid insuline afgeeft.”

Op dit moment is volgens Van Ballegooie nog geen sprake van een ”closed loop”-system. De komende twee tot drie jaar moet eerst het kabeltje tussen de glucosesensor en de monitor worden vervangen door een draadloze verbinding. Als het glucosegehalte in het bloed een vooraf ingestelde boven- of ondergrens bereikt, geeft de sensor een alarmsignaal af. Vervolgens komt er een draadloze koppeling tot stand van de monitor aan de uitwendige insulinepomp, waarbij automatisch de benodigde hoeveelheid insuline wordt toegediend.

De Zwolse diabetesspecialist verwacht dat in de periode 2005-2010 de eerste mensen met diabetes behandeld kunnen worden met een ”closed loop”-systeem. De glucosesensor zal volgens hem de komende jaren zorgen voor een 'stille' revolutie bij de behandeling van diabetes mellitus.