Gezondheid | 23 mei 2000 |
VerbeteringYashmin de Jong-Buikema (24) heeft tien jaar suikerziekte en deed mee aan het Zwolse onderzoek naar de praktische toepassing van de glucosesensor. Mijn diabetesinstelling is altijd redelijk goed geweest, zegt ze. Alleen 's ochtends had ik vaak hoge nuchtere bloedglucosewaarden, waardoor ik moe wakker werd. Ik heb twee keer drie dagen de glucosesensor gebruikt: de eerste keer toen ik nog insuline met de pen injecteerde en onlangs in combinatie met de insulinepomp. Het nadeel van de glucosesensor is dat je het apparaatje geen moment kunt loskoppelen. In de tweede onderzoeksperiode, toen ik zowel de pomp als de glucosesensor gebruikte, voelde ik me wel een pakezel. Maar voor drie dagen is het heel goed op te brengen. Het eerste onderzoek wees uit dat er bij Yashmin regelmatig sprake was van erg hoge bloedglucosewaarden direct na de maaltijden. 's Nachts had de bloedglucosespiegel de neiging eerst wat te dalen, om in de vroege ochtend sterk te stijgen. Yashmin kon de metingen van de glucosesensor gebruiken om de insulinepomp in te stellen. De overschakeling van pen op pomp geschiedde dan ook vlekkeloos. Toen ik overstapte op de pomp, had ik al gauw het gevoel dat het 's nachts beter met me ging. Na een paar maanden kreeg ik weer de glucosesensor en de resultaten waren opzienbarend: iedereen was verbaasd over de grote verschillen met het eerste onderzoek. Tijdens de nacht blijft de glucosespiegel nu veel constanter. Na het ontbijt en na het avondeten zijn er nog wel kleine pieken. Dat is dus een grote verbetering, dankzij de inzichten die verkregen zijn door het onderzoek met de glucosesensor. |
![]() |